Maar de toon werd natuurlijk, al dan niet stilletjes, gezet door de uitersten: aan de ene kant enkele tientallen NSB’ers, waarvan vijf tot acht echt fanatieke en aan de andere kant het verzet in Olst: een ploeg van circa vijftien verzetstrijders die zich richtte op hulp aan onderduikers en een ongeveer even grote knokploeg van doorgaans jonge mensen die zich voorbereidden op hulp aan de geallieerden bij de bevrijding.
Over de oorlog in Olst was nog maar een ander boek verschenen. Een boek dat verzetsman Aart Korten schreef in 1947. “Maar inmiddels is er zoveel meer bekend geworden”, stelt Hilferink. “Er zijn een heleboel nieuwe dingen ontdekt. De strafdossiers van het Nationaal Archief in Den Haag zijn ook geopend. Daar heb ik van alles kunnen vinden over de NSB’ers.”
Boeven
Hilferink richt zich in zijn boek vooral op de echt fanatieke collaborateurs. Een klein clubje NSB’ers. “Ik denk dat de NSB in Olst ongeveer dertig leden had. De echt fanatieken waren er al vanaf de oprichting bij. Maar ook waren er veel mensen die zich na de inval van de Duitsers voor de zekerheid maar als lid hadden opgegeven. Eigenlijk gewoon bange mensen die op zoek waren naar een verzekering, zo moet je dat zien. Daar heb ik wat minder aandacht aan besteed. Maar er was een klein clubje boeven. Die klikten bij de Duitsers. In het boek beschrijf ik het geval van een fabrieksarbeider uit Olst die wat onaardigs over Hitler zou hebben gezegd. Die werd verklikt. Dat is griezelig. Dat had impact. Dat kleine clubje echt gevaarlijke NSB’ers hield zich ook bezig met nachtelijke patrouilles. Daarbij zijn ook enkele onderduikers tegen de lamp gelopen. Eentje van hen is later omgekomen in een kamp. De burgemeester van Olst, Van Rappard, verzette zich in stilte tegen de Duitsers. Zijn bewegingsvrijheid was natuurlijk beperkt, maar hij was niet welwillend om mee te werken. Hij minachtte de NSB’ers. Die stuurden daarom brieven met klachten over hem naar de Duitsers. Uiteindelijk moest Van Rappard dan ook onderduiken. Zijn vervanger, jonkheer Coenen was wel een echte NSB-burgemeester.”
Dolle Dinsdag
Hilferink gaat ook dieper in op het verzet. Natuurlijk verhaalt hij over Henk Drost, een van de leiders van de eerder genoemde knokploeg. Wat er nou precies gebeurd is, is nog steeds niet duidelijk, maar Hilferink vermoedt dat de verzetstrijder is verraden. Bij zijn arrestatie, eind ’44 vonden de Duitsers in zijn kamer documenten waarop verschillende gegevens over het verzet stonden, waarna de knokploeg relatief gemakkelijk kon worden opgerold. De leden die niet tijdig konden onderduiken, werden gepakt. Drost zou de oorlog niet overleven. Hij werd samen met verzetsman Jan Schamhart uit Olst gefusilleerd. Toch is die knokploeg wel in actie gekomen. “In september ’44 hebben ze spoorrails onklaar gemaakt, treinen laten ontsporen en verschillende telefoonkabels doorgeknipt. Het was in de tijd van Dolle Dinsdag. Het leek er even op dat de bevrijding nabij was, maar dat liep anders. Daarna stopten de acties ook weer.”
Bonnen
Van de Olster leden van het verzet zouden nog drie leden de oorlog niet overleven. Aaldert Geerts, ook actief in Zwolle, werd opgepakt en later gefusilleerd. Leen Immerzeel en Jan Hoogland werden tijdens de bevrijding ingeschakeld bij patrouilles, waarbij ze fungeerden als gids van de Canadezen. Ze stuitten ze op Duitse tegenstand. Immerzeel sneuvelde, Hoogland werd opgepakt en gefusilleerd.
Maar een aanzienlijk deel van het boek handelt ook over het ongewapende verzet. Een groep van circa vijftien mensen die onderduikers aan adresjes hielp en hen begeleidde. Volgens Hilferink telde Olst aan het eind van de oorlog in totaal circa honderd onderduikers. “Een aanzienlijk deel was ondergebracht bij boeren, daar was meestal wel genoeg eten, maar voor de anderen moesten er natuurlijk voedseldistributiebonnen geregeld worden. Dat betekende het vervalsen van persoonsbewijzen en fraude.”
Hilferink noemt in het boek naam en toenaam. Maar dat kan nu ook, zo stelt hij. “De NSB’ers van toen zijn nu allemaal overleden. Hun kinderen ook. We zijn inmiddels jaren verder. Niet voor niets dat hun strafdossiers inmiddels openbaar zijn.”
‘Bezetting, collaboratie en verzet, Olst 1940-1945’ telt 144 pagina’s en kost 24,50 euro. Het boek is verkrijgbaar bij Boekhandel Korten in Olst en via de site dejongebeth.nl.
Meer foto's
