Ook aangeschoven: Hans Kortstee, voorzitter van De Laarman en penningmeester Hennie Klein Koerkamp, geboren en getogen in het dorp, maar inmiddels de enige binnen het bestuur die niet in Luttenberg woont. Jos’ woorden zijn een verwijzing naar de plannen van het vorige bestuur van De Laarman, dat in 2014 opstapte, nadat onderhandelingen over de aankoop van het museum van eigenaar Jan Tielbeke (de man wiens verzameling oude landbouwwerktuigen de basis vormde voor het museum) waren vastgelopen. Aan die plannen hing een prijskaartje van meer dan twee miljoen. Ze voorzagen onder andere in een stevige horecafunctie en een zeer ingrijpende verbouwing. “Veel mensen in Luttenberg vonden dat te ambitieus.”
Nadat het nieuwe bestuur was geformeerd ging het meteen om tafel met de familie van Jan Tielbeke. Al snel was de kou uit de lucht en kon het museum worden aangekocht. “Dat hebben we op een Luttenbergse manier opgelost”, stelt Hennie. “We hebben ervoor gezorgd dat de familie haar achterstallige huur kreeg en daarna heeft iedereen water bij de wijn gedaan.” Maar hoe daarna verder? Want dat er wat moest gebeuren, daar was iedereen het wel over eens. “Het museum was niet toekomstbestendig. We hebben te maken met een dalende interesse van bezoekers, een hoge gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers en geen aanwas van jonge mensen.”
Input
Het bestuur stelde een projectgroep in die zich moest buigen over de toekomst. Die bestaat naast Hennie en Jos uit Jo Oldemaat, Joop Holtmaat, Jan Luchtenberg, Ben Scholten, Fanny Huisman en Peter Boksebeld. Laatstgenoemde verzorgt het ontwerp en het bouwkundig advies vanuit zijn bureau Idplus-bouwdesign. Verschillende Luttenbergers werden uitgenodigd om mee te denken. Jos: “Sommigen hadden het museum nog nooit van binnen gezien. Ook hebben we potentiële samenwerkingspartners zoals het onderwijs, het bedrijfsleven, Landschap Overijssel, vertegenwoordigers van recreatie en toerisme en horeca uitgenodigd. Dat leverde waardevolle input op.”
Emotie
Ze zijn er eerlijk over. Hun nieuwe plan is geïnspireerd door het eerste plan. Daarbij is de aandacht voor voedselproductie gebleven, maar is afgezien van de horecafunctie. Bovendien is het ambitieniveau flink naar beneden bijgesteld. Daar waar het oude bestuur mikte op 60.000 bezoekers per jaar, mikt het huidige bestuur op 10.000 bezoekers. Voldoende voor een positief exploitatieresultaat. “Voedsel is tegenwoordig een hot item”, stelt Jos. “Dagelijks lees je erover in de krant. Over biologisch boeren, over voedselschandalen, de financiële perspectieven in de landbouw. Hennie en ik zijn vorig jaar naar een discussieavond in Mariënheem geweest over de plannen van Straathof. Gewoon om te kijken hoe dat nou leeft. Nou, dat bleek heel veel emoties met zich mee te brengen. En heel veel verschillende meningen. Met De Laarman willen we zo meteen geen partij zijn in die discussies, maar er wel een podium aan bieden.”
Pro-actief
Het bestuur wil met De Laarman zo meteen kennis bundelen en delen met vakantiegangers, scholen en bedrijven. Dat moet onder andere gebeuren met demonstraties, lezingen, discussie/forumavonden en filmvoorstellingen. Een bezoekje aan het museum moet een actieve ervaring worden. Er komen speciale voedsel-presentatiezones, waarbij mensen kunnen zien en ervaren welke wegen ons voedsel heeft afgelegd voor het op ons bord belandt. Verder voorzien de plannen naast de huidige kaarsenmakerij ook in een timmerwerkplaats, een smederij en een bakkerij. Daarnaast wil het bestuur op een stuk land tegenover het museum ‘vergeten’ groenten verbouwen. Uiteraard mogen de bezoekers daarbij meehelpen.
Verder zal De Laarman arrangementen bieden voor vrienden-, bedrijven- en kinderfeestjes. “Dat ze met een oude vork zelf aardappelen gaan rooien, die vervolgens schillen en er patat van maken, die ze vervolgens zelf mogen opeten.” Ook zal De Laarman fungeren als vertrekpunt voor wandelingen, toeristische activiteiten en bedrijfsbezoekjes in de regio. Cliënten van De Enk zullen het dagelijkse reilen en zeilen in het museum begeleiden.
‘Goed doen’
Het museum ontstond ooit om de verzameling oude landbouwwerktuigen van Jan Tielbeke tentoon te stellen. Hoewel ook die een rol zullen blijven spelen, verdwijnen ze wel wat verder naar de achtergrond. Is het oorspronkelijke doel daarmee niet uit het oog verloren? Kortstee vindt van niet: “Het ging om de landbouw. En die insteek blijft. Die machines worden nu onderdeel van een groter geheel. Het zou enorm jammer zijn als dit museum en pand verloren gingen voor Luttenberg. Ik zie er ook echt een toekomst in, anders was ik nooit in het bestuur gaan zitten.”
Luttenberg, waar het overgrote deel van de in totaal ruim honderd vrijwilligers van het museum vandaan komt, lijkt net als de politiek positief te reageren op de plannen. Hennie. “Maar er zullen misschien ook mensen rondlopen die onze plannen wat te gek vinden. Wij hebben echter het idee dat we het goed doen!”
Financiering
De plannen kosten in totaal circa zeven ton, waarvan 120.000 euro BTW. Volgens de eigen begroting moet de financiering verder rond gemaakt worden met acties / eigen inbreng en zelfwerkzaamheid (88.000 euro); Leader-subsidie (EU & Provincie 56.000 euro); provinciale subsidie (cultureel erfgoed 46.000 euro); gemeentelijke subsidie (187.000 euro); een lening van PB Luttenberg (35.000 euro) en externe subsidies, lening en fondsen (168.000 euro).
Meer foto's
