Op het platteland dreigt leegstand. Het aantal melkkoeien moet terug. En de helft van de boeren van 55+ heeft geen opvolger. We verzamelen verhalen om daar een gevoel bij te krijgen. En laten Gerrit en Jenny Zielman aan het woord.
“Als kind had ik een droom, ik wilde boer worden. Maar mijn vader zei: “jongen, ga iets leren want je kunt hier onder de rook van Hoonhorst geen boer worden, het boerderijtje is te klein”. Maar ik hield vol en al heel jong was ik verantwoordelijk voor het reilen en zeilen thuis op de boerderij. Ik deed de landbouwschool en had ook graag naar de middelbare landbouwschool gegaan, maar daar was geen tijd meer voor, het bedrijf breidde zich stapje voor stapje uit, ik kon thuis niet meer gemist worden. Vader werkte bij de coöperatie en ik overlegde met moeder alles over het werk op de boerderij.
Ik had veel ambities en wilde vooruit met de boerderij. Ik keek bij anderen de kunst af hoe je koeien moest fokken, ik las veel en ging mee naar de rundveekeuring op de Hoonhorst. Al gauw ging ik mee met fokvereniging ‘De goede verwachting’ om een nieuwe stier aan te kopen. Wij, jonge boeren, wilden een stier waarmee we onze veestapel konden verbeteren. Dat gebeurde ook en na enige jaren kregen we eerste plaatsen toegewezen en kampioenen op de fokdagen.
Ik wilde in alles de top behalen. Door een goede verzorging en goede bedrijfsomstandigheden behaalden we bij de melkfabriek een paar jaar achter elkaar de hoogste productie per koe per jaar, belangrijk was ook de kwaliteit van de melk. In alles streefde ik naar het hoogst haalbare. Maar om een goede boterham te verdienen was alleen de koeientak te weinig daarom bleef ik ook uitbreiden in de varkensstapel.
Regelmatig ging ik als jongen al naar een oude buurman die topfokker was in Stamboekvarkens. Ik had bewondering voor deze buurman om zijn fokkerijkennis en handelstruckjes. Ik leerde veel van hem. Zo kocht ik met toestemming van mijn ouders een paar stamboekzeugjes met het doel om ook topfokker te worden. Ook met de zeugen ging ik naar de varkensfokdag in Raalte en behaalde goede prijzen. Om gezondheidsredenen voor de varkens is deze dag afgeschaft.
In mei 1969 heb ik het bedrijf overgenomen van mijn ouders, in de zomer van 1969 is de eerste Deense kraamstal gebouwd en in december ben ik getrouwd met Jenny en hebben we het bedrijf verder regelmatig uitgebreid. Het eerste jaar kwamen er veel bezoekers om de stal te bekijken, voorlichters met boeren die ook bouwplannen hadden. Elke twee jaar bouwden we weer een stuk schuur erbij. In een tijd dat de prijzen slecht waren breidden we de varkenstapel uit en bouwden we een schuur erbij. En als de schuur klaar was dan had ik de varkens er voor liggen en door de varkenscyclus trokken de prijzen weer aan zodat we gelijk winst konden draaien.
Meer foto's

deel 2 https://sallandcentraal.nl/2016/12/boer-worden-was-mijn-droom-deel-2/
deel 3 https://sallandcentraal.nl/2016/12/boer-worden-was-mijn-droom-deel-3/