“Iedere euro die je in plattelandsontwikkeling stopt, is een weggegooide euro als er geen snel internet is.” Die stevige woorden spreekt professor doctor Dirk Strijker uit en hij kan het weten want hij is bijzonder hoogleraar Plattelandsontwikkeling bij de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. En dat wordt alleen maar erger, “want ieder anderhalf jaar verdubbelt het gebruik van internet”, zegt Strijker. “Ook in de zorg. Een diagnose stellen op afstand is al heel goed mogelijk. Revalideren met behulp van internet kunnen we ons ook al wel voorstellen.”
In ziekenhuizen wordt zelfs al gesproken over opereren op afstand. Je moet je daarbij voorstellen dat een arts in ziekenhuis A de operatierobot in ziekenhuis B bedient, het beeldscherm dat hij daarvoor nodig heeft is op afstand niet anders.
Als we bij het Deventer Ziekenhuis vragen of het ziekenhuis digitale zorg verleent, krijgen we vier voorbeelden uit de losse pols geschud. De woordvoerder hoeft geen moment na te denken als hij zegt dat verpleegkundigen bij kinderdiabetes, de cardioloog en de tromboseafdeling veel gebruik maken het net. Ook zwangere vrouwen worden op afstand gemonitord.
“En ik maak me er sterk voor dat er nog meer van dat soort toepassingen komen” zegt communicatieadviseur Robert van Putten.
Kinderen die diabetes hebben zijn chronisch ziek. Het is belangrijk hun bloedsuikerwaarden te monitoren. Enerzijds geeft dat een beeld van het verloop van de diabetes, anderzijds leert een kind daardoor om te gaan met zijn ziekte. Bij DZ is dat voor een belangrijk deel een digitaal proces. Via een beeldverbinding kunnen patiënten tips krijgen over hun leefwijze, voeding en zo voort. De kinderen hoeven daardoor veel minder vaak naar het ziekenhuis en tegelijk neemt de kwaliteit van de zorg alleen maar toe.
Dat geldt ook voor mensen die onder behandeling zijn van de cardioloog. Je moet dan denken aan controlegesprekken na de behandeling. Daar moest je eerder voor terug naar het ziekenhuis, terwijl het vaak mar korte gesprekjes zijn. De cardioloog kan die gesprekken ook heel goed op afstand houden, omdat hij de patiënt vanwege goed internet digitaal kan zien.
Voor trombosepatiënten is er een app. Daarop kun je je verwachte stolling zien en advies krijgen van de arts voor medicatie. Van Putten: “Online inzien van de doseerkalender. Patiënten moeten hiervoor nog wel regelmatig worden geprikt. Maar vervolgens kunnen zij hun waarden op een app zien. De arts stelt dan de medicatie vast. Er is nog geen face-to-face online contact, maar het is wel voor een groot deel al digitaal!”
En zwangere vrouwen bij wie het ongeboren kindje een groeiachterstand heeft of de vliezen vroegtijdig breken, kunnen van het Deventer Ziekenhuis zelfs een ‘cameraatje’ mee naar huis krijgen om je eigen hartfilmpje te maken. “Thuismonitoring voor zwangeren gebeurt al heel veel. Ze maken dan een filmpje van het hart van de baby en sturen die naar het ziekenhuis. Daar kijken ze of alles goed is.”
Andere voorbeelden
De wijkverpleging
OZO-verbindzorg is een op Luttenbergse bodem bedachte werkwijze die er voor zorgt dat een cliënt op het platteland digitaal zorg over de vloer krijgt. Skypend kan de zorg iedere dag even langs komen.
(Voor de minder digitalen: skypen is telefoneren via de computer. Je kunt dat met elkaar praten, maar elkaar ook zien, via een camera op je computer.) Vooral op niveau van de diagnostiek is skypen een oplossing. De verpleegkundige kan de oudere even in het gezicht zien terwijl hij er een praatje mee maakt. Een vraag stellen aan de arts kan in zijn spreekkamer, maar je kunt je voorstellen dat dat met een goede beeldverbinding ook thuis vanuit de stoel kan. Met goede apparatuur kan een arts ook op afstand bijvoorbeeld even kijken hoe de operatiewond zich houdt.
Skypen met de kleinkinderen die in Australië studeren of ergens in Zuid Marika op reis zijn behoren dan trouwens ook ineens tot de mogelijkheden.
Isala
Het hand-pols-centrum van Isala in Zwolle is in juli 2015 een proef gestart om te kijken wat de beste manier van revalideren is na een operatie aan hand of pols: een paar keer per week naar het ziekenhuis komen voor oefeningen, of oefeningen digitaal aanbieden. Al bij een gelijk spel is het voor de patiënt natuurlijk net zo makkelijk niet iedere keer naar het ziekenhuis te hoeven.
Bewegingswetenschapper Sander Brink: “We hebben eerst gekeken welke trauma’s zich lenen voor dit onderzoek. Denk aan trauma’s die regelmatig voorkomen en waarbij de te verrichten handelingen redelijk zijn gestandaardiseerd. Van alle oefeningen die je daarbij kunt doen zijn videoclipjes gemaakt en die staan online. Een handtherapeut kan per patiënt de juiste oefeningen selecteren en zeggen hoe vaak hij die moet doen. De therapeut kan ook zien of de patiënt de oefeningen wel geopend heeft.”
Brink laat één groep thuis zijn eigen oefeningen doen, De andere groep moet een aantal keren per week naar het ziekenhuis komen. Met een vastgelopen internet behoor je per definitie tot die laatste groep.
UMCG
Het Universitair Medisch Centrum in Groningen is eigenlijk niet eens zo uniek in haar werkwijze van diagnose en revalidatie op afstand. Iedere universiteit doet wel proeven op dat gebied. Echte proeven zijn het niet eens, het is al praktijk. De proef is vooral kijken of de patiënt er aan kan wennen.
Vanwege de goede camera in iedere laptop, de goede webcams die je voor een paar tientjes op de computer kunt kopen en de selfie-stand op je smartphone kan de arts in heel veel gevallen een heel goede indruk van ‘de staat van de patiënt’ krijgen door op afstand beeld-contact met hem te hebben.
Professor doctor Dirk Strijker kent van het UMCG voorbeelden van patiënten die naar huis mogen als ze daar goed op afstand in de gaten gehouden kunnen worden. Maar patiënten die dat thuis niet hebben – en dat geldt volgens Strijker voor iedereen op het platteland, is het niet nu, dan is het wel heel binnenkort – die moeten blijven of ze moeten tijdelijk naar een verpleeghuis. Want dan houden ze geen bedden bezet in het ziekenhuis.
Nu lijkt Groningen voor Salland ver weg. Maar het ziekenhuis heeft bovenregionale functies. Kinderen die wat ingewikkelder dingen hebben, moeten vanuit oost en noord Nederland naar Groningen. Ook de oogoperaties van het iets ingewikkelder soort worden niet meer in Zwolle of Deventer uitgevoerd. Je moet er voor naar Groningen. Dat zijn vaak dagopnames, maar je moet er vervolgens die zelfde week wel drie keer voor terug naar Groningen. Om even drie seconden in je oog te laten kijken.
Tot zover drie voorbeelden van om de hoek. Je kunt op je klompen aanvoelen dat er nog veel meer digitale verandering komt in de zorg. Het laat zich raden dat je voor al deze toepassingen snel internet nodig hebt.
Dat het er allemaal komt is zeker, want het bezuinigende stappen, die de zorg zeker niet slechter maken, misschien zelfs wel beter. En een ander feit is het overheidsbeleid waarin langer thuis blijven wonen in plaats van naar zorgcentra gaan, voorop staat. Een platteland zonder dat snelle internet kan niet meedoen aan dat soort voorzieningen.
Daar waar een ander weer naar huis kan en daar zijn behandeling digitaal kan voortzetten, zal de plattelander zonder internet langer in het ziekenhuis moeten blijven, tijdelijk naar een verpleeghuis moeten, of zelf zorg aan huis regelen.
Meer foto's


