Het platteland verandert snel qua gebruik. Steeds meer boeren sluiten hun bedrijf, grond en opstallen moeten een andere functie krijgen. Verloedering ligt op de loer. Bestemmingsplannen staan daarom steeds meer toe. Recreatie wordt meer en meer toegestaan. Was kleinschalig kamperen tien jaar geleden nog iets van tien of vijftien plekken met eventueel tien extra plekken voor het hoogseizoen, tegenwoordig is volgens de definities 25 plekken van maart tot oktober al kleinschalig.
De overheid hoopt dat er geïnvesteerd wordt in het platteland. “Maar iedere euro die je in plattelandsontwikkeling stopt, is een weggegooide euro als er geen snel internet is”, zegt Dirk Strijker, bijzonder hoogleraar Plattelandsontwikkeling bij de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de universiteit van Groningen. Hij voorziet een toename van het toerisme, maar daarmee ook een toenemende vraag voor internet. “Ieder anderhalf jaar verdubbelt het gebruik van internet.”
De Marsbelte
“Op De Marsbelte hebben we heel slecht interne”zegt Dik van Gelder vanuit Wesepe. “Gelukkig dat glasvezel er aan komt. Ook al heeft Van Gelder een natuurkampeerterrein, ook bij ons willen de mensen even de digitale krant lezen, de buienradar in de gaten houden of contact zoeken met het thuisfront. Ik denk dat zo’n tien procent echt op zoek is naar een stralingvrije plek. Die willen ook buiten bereik van de wifi. Daar hebben ze dan een eigen stralingsmeter voor bij zich. Die ruimte blijft er ook.” Maar zo lang er geen snel internet is op De Marsbelte is het behelpen. “We vragen de campinggasten niet met z’n allen tegelijk te gaan downloaden en in de spitsuren – als de scholen vrij zijn bijvoorbeeld – dan moeten ze internet zoveel mogelijk mijden.
Van Gelder (op de foto bij dit artikel bij de boomhut Het Uilennest, een nieuwe aanwinst) relativeert internet overigens nog wel even: “Je moet het wel hebben, maar we willen kampeerders ook graag kennis laten maken met het oernatuur. Want er zijn toch meer dingen in het leven dan alleen internet. Internet is een grote aanvulling,maar even zonder kan ook fijn zijn.”
De Zwerver
Martin Hondeveld van minicamping De Zwerver heeft al zijn gasten op zijn eigen ADSL-aansluiting, op de telefoonlijn dus eigenlijk. “De behoefte bij klanten neemt sterk toe. Enkele jaren geleden vroeg nog maar een enkeling om internetverbinding maar tegenwoordig laten ze zelfs je camping links liggen wanneer er geen internetverbinding is. Op dit moment kan ik alleen internetverbinding bieden bij de receptie. Capaciteit en snelheid zijn niet voldoende om dit uit te breiden. Maar de behoefte bij de klanten is anders. Die willen internet op de plek, dus bereikbaarheid op het gehele terrein en ín de caravan. Bij veel gebruik op de camping merk ik dat ik zelf het internet niet meer op kom of dat het erg traag wordt. Eigenlijk niet te doen dus,” constateert Hondeveld. “De behoefte aan glasvezel, of een ander netwerk, om mijn snelheid en capaciteit op te kunnen voeren is dus erg groot.”
Camping Heino en Krieghuusbelten
“Van 2 tot 80 jaar, allemaal hebben ze wifi nodig: zeggen Toon en Brigit van der Burg van Camping Heino. “Bij aankomst is dat meestal de eerste vraag. Appen, spelletjes, muziek, Youtube, email, voor fiets- en wandelroutes. We hebben zelfs een eigen ‘Camping Heino App’ waar alles op te vinden is. Die moeten ze natuurlijk ook lezen! Als het glas komt, doen wij zeker mee! Ook voor de eigenaren op het chaletpark. Als ieder chalet een eigen aansluiting heeft is het gebruik en dus de verhuur ook beter.”
Ted Westenenk van camping De Krieghuusbelten over de toename van internet: “Vroeger moesten we voor kinderen ballen oppompen, nu moeten wij wifi instellen voor hun tablets en smartphones. Ze willen alles kunnen doen wat ze thuis ook kunnen. Dus netflixen, uitzending gemist bekijken, dat soort dingen. Dat vraagt een grote bandbreedte. Die bandbreedte moeten we in drukke periodes soms beperken, aangezien anders de boel op tilt slaat!”
Meer foto's