Op het smalle fietspad reed het ietwat oudere echtpaar achter elkaar. De man voorop. Ze droegen identieke windjacks en hadden fonkelnieuwe elektrische fietsen met zo’n schermpje op het stuur met allerlei functies. Ik belde zo zacht mogelijk, wilde niet als de zoveelste racefietshufter de weg opeisen, en wachtte op een manoeuvre van de vrouw om mij voorbij te laten. Die maakte ze. ‘Rein! Fietser!’, riep ze. Geen reactie.
Haar man bleef onverstoorbaar doortrappen. Ik hoorde een diepe zucht achter me. ‘Jezus Rein, kom op nou toch.’ Ik kuchte geduldig een imaginaire kikker weg. Maar de vrouw was al klaar met Rein: ‘Goddorie Rein!! Fietsuuuhr!!’ Van schrik slingerden Rein en ik haast samen het talud af. Hoorde ik hier veertig jaar opgekropte vrouwelijke ergernis? Of was er pas wrijving ontstaan na Reins pensionering? Had de huisarts vervolgens geadviseerd om samen eens iets te ondernemen, bijvoorbeeld te gaan fietsen?
Ik passeerde Rein en kreeg de neiging om even een hand op zijn schouder te leggen. Hou vol, makker. Vanavond Champions League. Kwart voor negen.
Meer foto's
