Wie dacht dat de stortgat-affaire met de voor het Raalter college zo desastreuze uitspraak van de Rechtbank Leeuwarden beëindigd zou zijn, heeft zich vergist. Daarvan getuigt ook het recente opiniestuk, waarmee ik het overigens volledig eens ben, van de heer Gerlant Zielman.
Ten eerste kan nu eindelijk de langverwachte en toegezegde raadsenquête worden uitgevoerd. Ten tweede kan het Raalter gemeentebestuur de borst alvast natmaken voor de schadeclaim die ex-wethouder Haarman, terecht, inmiddels heeft ingediend. Het Raalter college, en dan met name wethouder Wagenmans, heeft de heer Haarman, door hem onmiddellijk in het verdachtenbankje te plaatsen, geen enkele kans gegeven zich op een ordentelijke wijze te verdedigen. Hierdoor kon deze – zijn reputatie lag immers onmiddellijk aan diggelen – niet anders dan het wethouderschap opgeven.
Ook het gerechtshof heeft in hoger beroep geoordeeld dat de kosten van het geblunder van de Gemeente Raalte, niet op het bordje van Ben Haarman kan en mag worden gelegd. Kosten – op dit moment bedragen die al ongeveer een half miljoen euro – die nu dus geheel voor rekening komen van de Raalter inwoners. Dit komt neer op € 30 euro per huishouden, maar het bedrag zeker nog hoger worden.
Om zulks in de toekomst te voorkomen is het is de hoogste tijd dat tot op de bodem wordt uitgezocht hoe het allemaal zo fout heeft kunnen gaan en vanaf welk moment. En dat kan niet worden bereikt met slechts een simpel onderzoekje waarbij iedereen maar straffeloos mag liegen. Daarvoor moeten alle bij het debacle betrokkenen onder ede kunnen worden gehoord en daarvoor is slechts een middel geschikt: de raadsenquête.
Dat uitgerekend de collegepartijen CDA en Gemeentebelangen daar geen zin in hebben is evenzo begrijpelijk als verbazingwekkend. Zij hebben bij de hele affaire de meeste invloed gehad. Gemeentebelangen heeft bovendien geen zin hun blunderende wethouder Wagenmans op de pijnbank gelegd te zien worden. We konden daarvan al een voorproefje nemen tijdens de raadspleinsessie van vorige week maandag, toen Wagenmans zich blijkbaar slechts met agressieve aantijgingen en geklets in de ruimte bleek te kunnen weren.
Mijn broek zakte spontaan af na het lezen van de volgende collegeopdracht aan haar ambtenaren, citaat: “Ook moet (…) sneller dan nu is gebeurd, de betrokken wethouder of het college door de betrokken ambtenaar worden geïnformeerd”. Wat krijgen we nou? Krijgt alweer de ambtenaar, zoals zo vaak in Raalte, de schuld? Wethouder Wagenmans wás toch van meet af aan geïnformeerd? Hij en niemand anders was het die, nadat geruchten omtrent het stortgat de openbaarheid binnenslopen en hij niet anders meer kon, het college pas informeerde. Daarmee impliciet zijn wantrouwen in zijn medebestuurders uitsprekend!
Inmiddels lijkt het erop dat burgemeester Dadema met alle macht probeert de affaire zo snel mogelijk van tafel te krijgen. Hij is, tijdens uitgerekend zíjn burgemeesterschap, niet verlegen om een diepgaand onderzoek over, nota bene, iets waaraan hij voor het merendeel part nog deel heeft. Hij lijkt de echter kwestie zo snel mogelijk onder de mat te willen vegen.
Ik geef de gemeenteraad een goede raad: haal bij de behandeling van dit onderwerp het voorzitterschap weg bij deze burgemeester. Dadema is weliswaar raadsvoorzitter, maar hij is ook voorzitter van het college. Het onderzoek naar de totstandkoming van De Zegge VII en naar het stortgat-debacle gaat hoofdzakelijk om het controleren van b&w-besluiten. Om vragen als “Waarom is er zo’n knullig (ver)koopcontract opgesteld, waarbij alle voordelen bij de verkoper en alle nadelen en risico’s op het bordje van de Raaltenaren terecht kwamen? ” en “Waarom is er zo’n krakkemikkig en miniem bodemonderzoekje verricht en niet op basis van een verdachte locatie?” en “Waarom kon de verkoper voor een bijna symbolisch bedrag de sanering van de toegangsweg afkopen?” Enzovoort, enzovoort.
Als Dadema de behandeling van dit onderwerp gaat voorzitten, maakt hij zichzelf totaal ongeloofwaardig. Dat moet hij zelf weten. Erger is dan dat de gemeenteraad, door dit toe te staan, het dualisme – en dat staat in Raalte toch al zo onder druk – helemaal aan flarden zou schieten.
Dan is er, tot slot, nog die onzinnige geheimhouding. Nu de stukken eindelijk openbaar zijn, blijkt nergens dat die geheimzinnigheid terecht was. Uit niets blijkt dat de tijdige kennis vooraf van de ontdekking van het stortgat, de onderzoeksrapporten, de kosten, het schikkingsvoorstel, noch de kennis vooraf van de inhoud der juridische onderbouwingen, zoals van het beroepschrift, van enig nadeel had kunnen zijn voor de juridische, noch financiële positie van de Gemeente Raalte. Integendeel zou ik zeggen, openheid en transparantie had het gemeentebestuur gesierd.
Het enige wat het college hier blijkbaar mee heeft willen voorkomen, is dat wij al in een vroeg stadium achter hun dubieuze besluiten en beslissingen waren gekomen. Maar daarvoor is de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) juist helemaal niet bedoeld. Ook dit zou een onderwerp van de enquête moeten zijn.
Hans de Kort
Raalte
Meer foto's
