Begin december schreef ik een opiniestuk over zin en onzin van archeologisch onderzoek. Zoals wel verwacht klom Bert Terlouw in de virtuele pen met een nogal vinnige reactie. Zoals het hoort eindigde het hele gedoe in vrede: we gingen elkaar eens recht in de ogen kijken.
Afgelopen week was het zover, bij De Zwaan stond de koffie klaar, het zonnetje scheen, en het resultaat leest u hieronder. Bert heeft mij omstandig uitgelegd wat er allemaal in de gemeente Raalte ( want daar spitste de discussie zich- terecht, denk ik- op toe ) in de bodem zit, zat en vermoedelijk ook zal blijven zitten. Ja, zal blijven zitten, want het merendeel van de vermoedelijke vondsten zullen om bedrijfseconomische redenen niet naar boven komen. Hij heeft mij ook uitgelegd, dat archeologie een wetenschap is, die voor de maatschappij waarde heeft. We ontlenen er kennis aan van ons verleden, bijvoorbeeld wie er wanneer waar gewoond heeft, dat er soms wel geschiedenisboeken herschreven zouden moeten worden ( omdat de Batavieren niet per vlot de Rijn afgezakt zijn, of omdat nu bewezen kan worden dat niet de Chinezen, maar wij oerhollanders het staal hebben uitgevonden) En dat is natuurlijk allemaal mooi, en interessant, maar op de kernvraag voor mij kwam geen duidelijk antwoord.
De reden om de discussie aan te gaan was Bert’s uitlating dat kennis van het verleden ons meer inzicht kan geven in onze toekomst. En juist daar kwam geen duidelijk voorbeeld van. Ook mijn stelling dat er in de toekomst waarschijnlijk niets bijzonders wordt gevonden in de gemeente kon hij niet onderuit halen. Maar, toegegeven, het blijft een zoals de Engelsen zo mooi zeggen ’educated guess’.
Het was echter niet helemaal een teleurstelling, ons gesprek. Er zijn wel degelijk voorbeelden te geven van archeologische vondsten, en ook waarschijnlijke toekomstige vondsten, waar we wat aan hebben, of kunnen hebben. Het kan ons helpen onze identiteit als land, gemeente, geslacht beter te begrijpen. Het biedt mogelijkheden in de toeristische ( is economische) sfeer. En, dat is ook wel realiteit, ieder land en iedere gemeente moet een archeologiebeleid hebben en uitvoeren. Is europees geregeld, en daar kan ik me dan ook wel weer iets bij voorstellen.
En dan komt er een ommekeer in het gesprek. Wat blijkt? De gemeente had tot voor kort een mooie bestemmingsreserve opgebouwd- uit een heel kleine opslag op de verkoopprijs van bouwgrond- voor archeologische en/ of cultuurprojecten. Maar helaas is recent die reserve bij de algemene reserves van het grondbedrijf gevoegd ( ter dekking van de verwachte verliezen ) Terwijl we , steeds enthousiaster, ter plekke een paar mooie projecten bedachten die uit dat fonds mooi betaald hadden kunnen worden ! . Denk aan zaken als: het onderhouden van monumenten ( voorbeeld het monument in Heeten ter gelegenheid van de oude opgravingen ) of het tentoonstellen van bodemvondsten in de diverse dorps- en culturhuzen, al dan niet met onderwijsprojecten erbij ( geschiedenis aanschouwelijk maken ) Misschien krijgt dat nog wel een leuk vervolg.
De conclusie van ons beiden:
– Archeologie is een wetenschap, met – soms- vondsten die waarde hebben.
– Waarde is echter een zeer subjectief begrip, en iets heel anders dan toegevoegde waarde.
– Wij kunnen in ons eentje europees beleid niet veranderen, en als je er toch aan vast zit kun je er maar beter het beste van maken.
– Het is jammer- en onterecht/ onjuist- dat Raalte de gereserveerde middelen daarvoor zomaar heeft laten verdwijnen in de algemene middelen. Anderzijds kan de grondprijs nu wel met € 0.25 per m² omlaag!
– Er zijn nog steeds kansen om economisch nut te hebben van archeologische vondsten, ook voor Raalte.
Dus , dank aan Bert Terlouw voor een goed gesprek, en de conclusie dat de subjectieve waarheid wel ergens in het midden zal liggen.
Dick Mars
Meer foto's
