Hans de Kort schrijft als kritische volger van de gemeente Raalte geregeld brieven naar het college van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Raalte. Het antwoord van het college is voor hem niet altijd bevredigend, maar nu is hij echt kwaad. “Dit is gewoon een virtuele middelvinger van het college.”
De Kort: “Naar aanleiding van het mijns inziens volledig ontbreken van handhaving, daar waar het gaat om landschappelijke inplanting en reclame, heb ik het college vragen gesteld. Onlangs ontving ik daarop antwoord. Dat antwoord betekent niets meer of minder dan een virtuele middelvinger.”
Konijnenfokkerij en reclame
De Kort stuurde een brief naar het College van Burgemeester en Wethouders over de uitbreiding van de Konijnenfokkerij in Raalte. “Het verbaast me zeer dat het college hieraan wil meewerken. Aan de eis tot het landschappelijk inpassen door middel van effectieve beplanting is immers in het geheel niet voldaan.
Ook de hoeveelheid reclame die hij tegenkomt verbaast hem. “Tijdens mijn korte rit door het buitengebied viel mijn blik, er is niet aan te ontkomen, op enkele merkwaardige reclameobjecten waarvan ik me afvraag of die wel volgens de regels zijn geplaatst. Wat me daarbij extra opviel waren de lege frames die de gemeente Raalte doelbewust heeft geplaatst ten einde wildgroei van reclame te voorkomen. Het is de idiotie ten top dat uitgerekend die frames gapend leeg zijn, terwijl eromheen allerlei bouwhekken met een permanent karakter zijn geplaatst met daaraan dan de schreeuwende, elkaar opvolgende, reclameborden. We hebben nu herfst en de ergste horizonvervuiling is, tijdelijk, voorbij. Vanaf volgend voorjaar zal de optische vervuiling wel weer toeslaan. In Raalte mag immers alles en al helemaal als het niet is toegestaan.”
De Kort verzocht het college om de verplichting tot landschappelijke inpassing van (nieuwe) agrarische bebouwing niet meer op te leggen en de desbetreffende artikelen uit de voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied te (doen) verwijderen. “Om dezelfde reden vraag ik u alle verbodsbepalingen betreffende het aanbrengen van reclame op te heffen. Het huidige beleid dienaangaande is immers een niet te overtreffen farce gebleken. Om dezelfde reden vraag ik u alle verbodsbepalingen betreffende het aanbrengen van reclame op te heffen. Het huidige beleid dienaangaande is immers een niet te overtreffen farce gebleken.”
Antwoord
College: “Het stellen van regels dient een doel. We staan achter de doelen met betrekking tot de door u naar voren gebrachte regels ten aanzien van landschappelijke inpassing en reclame-uitingen. In beginsel gaan we er van uit dat een initiatiefnemer zich houdt aan de geldende regelgeving en de maatregelen treft zoals overeengekomen. In de praktijk is dit ook grotendeels de realiteit. Natuurlijk wordt toezicht gehouden en handhavend opgetreden waar nodig. Het is echter niet haalbaar om alle gestelde regels te controleren en dat is ook niet onze intentie. Op basis van criteria zoals veiligheid, schade, overlast en naleefgedrag stellen we onze prioriteiten. Jaarlijks stelt het college het handhavingsuitvoeringsprogramma vast met daarin onze lokale, landelijke en regionaal afgestemde handhavingsprioriteiten. Dat is de basis voor de uitvoering van onze gemeentelijke handhavingstaken.
De Kort: “Het gaat mij er niet om gaat dat de Gemeente Raalte zout op elk slakje legt. Maar in de geschilderde gevallen gaat het toch echt ergens om. De eerste alinea van het antwoord, ‘Het stellen van regels dient een doel. Wij staan achter de doelen (etc. etc)’, is mijns inziens niets anders dan gotspe, de ironie ten top.”
De Kort vervolgt: “Als de gemeenteraad hiermee akkoord gaat, kunnen we voorwaarden betreffende landschappelijke inpassing van agrarische bebouwing, alsook horizonvervuiling in het buitengebied, beter in de prullenbak gooien. Dat geldt wellicht ook voor het gehele groen- en kapbeleid. Meer wil ik er op dit moment niet over kwijt.”
Gelijke monniken, gelijke koppen
De Kort stuurde zijn mail ook naar enkele politieke partijen, niet naar allemaal. “Ik laat de overige fracties maar met rust omdat die het sowieso allemaal wel goed lijken te vinden. U merkt het al: ik ben kwaad. Nog één opmerking: waarom moet Gerard Pronk wél aan de landschappelijke inpassing voldoen en anderen niet. Ik denk dat hier het gelijkheidsbeginsel met voeten getreden wordt. Gelijke monniken, gelijke kappen, zou ik zeggen.”
Meer foto's
