Ik had vöarige wekke een gesprekkie oaver taalgebruuk. De generatie slecht-schrievers wördt groter want op enig moment was d’r minder andacht vöar op scholen.
In det gesprek vund de teengpartieje det d’r better les in gee’m moss wönn. Mien stelling is det wie mear goed mut vi’nn. Wat maakt een d/t-fout eigenlijk uut? In hoogst uutzonderlijke gevallen zol ie mekare verkeard ku’nn begriepen. En koppel woarden (koppelwoarden), wie dut det nog goed?
In De Correspondent kwam ik een taaltoets uit 3havo teeng:
1: De man waarvan wij vermoeden dat hij fraude heeft gepleegd, is opgepakt.
2: ‘Van hun heb je weinig te vrezen,’ zei de boer.
3: Jorge heeft zijn jarige vriendin op een etentje getrakteerd en een prachtige jurk gegeven.
Stoat doar fouten in? En woar? (ik goa verder in het Nederlands, anders wördt het wel erg ingewikkeld.)
Ad1: Ik vroeg me af of er een komma achter ‘de man’ moest. En vermoeden met een dubbele d zou ook kunnen. Dan vermoed (zonder t, want de je hierna kun je ook als jij lezen) je nu niet meer dat de man verdacht is.
Maar nee: ‘waarvan’ is fout. Moet ‘van wie’ zijn.
Ad2: ‘hun’ moet ‘hen’ zijn, volgens mijn ezelsbruggetje dat als je ‘hen’ kunt zeggen in de zin, dan is ‘hun’ niet goed. Ik vroeg me ook nog even af of het De Boer moest zijn en dat het over Hans de Boer (De Boer zonder voornaam of -letter, de Boer met voornaam of -letter, wat weer niet geldt (met t) als je ipv zijn naam meneer zegt) gaat die na zijn labbekakken-uitspraak van gisteren denkt dat hij niet meer bang hoeft te zijn voor mensen in de bijstand. Ik zou maar uitkijken als ik hem was.
Ad 3: hier mag je in het tweede deel van de zin ‘zijn jarige vriendin’ niet weglaten, omdat volgens de taalregels Jorge in zijn oorspronkelijke zin die prachtige jurk niet per definitie aan zijn jarige vriendin hoeft te geven. Die prachtige jurk zou hij ook aan de kringloopwinkel gegeven kunnen hebben, wat overigens niet verstandig is op de verjaardag van je (moet eigenlijk jouw zijn) vriendin.
Wat ik eigenlijk wul zeng: eigenlijk ben ik groot vöarstander van het lösloaten van taalregels. Ik heb zo mar het vermoeden det die regels alleen mar in stand wördt ehoalen döar meansen die ze wel goed kent en kunt.
Denne van Knöldert
Meer foto's