In een vorige column heb ik het gehad over dat je ook zou kunnen denken aan halve maatregelen bij het opruimen van oude schuren in het landelijk gebied. Er is gesproken over oude schuren die opgaan in de natuur of het half afbreken van de schuren om het erf te gebruiken voor energieopwekking. Wel of niet realistisch, het is denk ik belangrijk dat er discussie over is. Kunnen we later zien wat er werkelijk gedaan moet worden. In deze column wil ik verder gaan met anders denken, maar nu gaat het over de vrijkomende agrarische gebouwen van de verre toekomst.
Als het gaat om megastallen is er veel weerstand in de maatschappij. In de discussies over die megastallen is er vaak weinig duidelijk over wat er nu precies verstaan wordt onder een megastal. Wat de één een megastal vindt, vindt de ander een bescheiden stal die goed past bij een gezinsbedrijf. Kortom, dat is al lastig. Verder is het ook wel behoorlijk gecompliceerd. Immers, één ‘heel’ grote stal betekent dat je op andere plekken geen stallen hoeft te bouwen voor het zelfde aantal dieren. Ook dierenwelzijn, diergezondheid en volksgezondheid zijn maatschappelijke problemen die niet zonder meer direct samenhangen met de omvang van de stallen. Soms, is het zelfs mogelijk bij een grotere omvang beter aan de maatschappelijke doelen te voldoen. Kortom, geen gemakkelijk verhaal.
Stel nu dat een gemeente een agrariër tegemoet wil komen in het bouwen van een megastal, dan is het natuurlijk een vereiste dat deze stal fatsoenlijk landschappelijk wordt ingepast. In de praktijk vinden gemeenten het lastig om de boeren op te hoge kosten te jagen. Immers, ze moeten al zulke hoge kosten maken, is vaak de redenering.
Een tussenweg is een statiegeldsysteem voor stallen (Oud Sallanderer Frank Nijbijvanck nu werkzaam bij de gemeente Wierden bracht mij op het idee). Je zou ook het ook verwijderingsbijdrage kunnen noemen. We kennen dat ook vanuit de witgoed en bruingoedwereld, waarbij je bij aanschaf een bijdrage betaalt voor de verwijdering van je computer of koelkast na dat apparaat heeft afgedaan. Statiegeld voor stallen houdt in dat er bij de bouw betaald wordt voor de situatie over 20 of 30 jaar voor afbraak van de stal en herstel van het landschap. Je hebt als opdrachtgever van de bouw van de stal zelf invloed op de verwijderingsbijdrage door de keuze van de materialen en door bij de inrichting van het erf alvast rekening te houden met de landschappelijke inpassing bij sloop.
Goos Lier, g.lier@saxion.nl, 06-13255919
Meer foto's