In mijn vorige bijdrage heb ik al een aantal zaken de revue laten passeren met betrekking tot de bepalingen van de Flex-BV. In deze bijdrage ga ik op één van de aspecten van deze bepalingen in. Hoewel er in het burgerlijk wetboek reeds regels waren die schriftelijke vastlegging van vergaderingen vereisten, zijn door de invoering van de bepalingen van de Flex-BV besluiten binnen de BV toch in een ander daglicht komen te staan.
Flexibeler, door het vervallen van regels van kapitaalbescherming
Dit houdt met name verband met het feit, dat we de kapitaalbeschermingsregels niet meer kennen sinds de invoering van de Flex-BV. De kapitaalbescherming was de grondslag voor de eis van de verplichte storting van € 18.000 kapitaal bij de oprichting van de BV, als ook bijvoorbeeld de daartoe vereiste bankverklaring. Deze vereisten zijn komen te vervallen. Dit is dus flexibeler dan vóór de invoering van de Flex-BV.
Flexibeler betekent vergroting van de bestuurdersaansprakelijkheid
Toch is voor de flexibiliteit iets in de plaats gekomen en dat is de toegenomen bestuurdersaansprakelijkheid. Dit zien we bijvoorbeeld bij de besluitvorming omtrent het uitkeren van winst. Voor uitkeringen van winst is nog steeds in de wet bepaald, dat dit alleen mogelijk is voor zover het eigen vermogen groter is dan de reserves die volgens de wet of de statuten dienen te worden aangehouden. Voorheen was het besluit tot uitkering van winst voorbehouden aan de algemene vergadering van aandeelhouders en dit besluit had directe en ook externe werking.
In de nieuwe wetgeving is bepaald, dat een besluit tot uitkering geen gevolgen heeft zolang het bestuur geen goedkeuring heeft verleend. Vervolgens wordt in de wet aangegeven, dat het bestuur de uitkering slechts weigert indien het weet of redelijkerwijs behoort te voorzien, dat de vennootschap na de uitkering niet zal kunnen blijven voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden. In de wet is verankerd wat reeds in rechtspraak naar voren is gekomen.
Deze uitkeringstoets geldt voor uitkering van de winst die met de bedrijfsuitoefening wordt behaald, maar ook voor elke andere vorm van uitkering. Dus ook bij inkoop van aandelen, intrekking van aandelen en terugbetaling op de aandelen (afstempeling) geldt deze uitkeringstoets. Uiteraard is het nog steeds mogelijk om reserves om te zetten in kapitaal en daarop vervolgens af te stempelen.
Als het bestuur ten onrechte goedkeuring verleent, dan zijn de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk voor het tekort dat door de uitkering ontstaat, vermeerderd met de wettelijke rente.
Schriftelijk vastleggen van besluiten
Mocht een bestuurder bewijzen dat het niet aan hem te wijten is dat de uitkering is gedaan en dat hij niet nalatig is geweest tot het nemen van maatregelen om de gevolgen af te wenden, dan is deze bestuurder niet verbonden. Vorenstaande geldt ook voor degene die het beleid van de BV (mede) heeft bepaald. Het is dus van groot belang dat vergaderingen van aandeelhouders en bestuur goed worden genotuleerd, zodat ook de personen die aansprakelijkheid kan treffen hun bezwaren tegen een gevoerd of te voeren beleid, waaronder het doen van uitkeringen, kunnen laten vastleggen, waardoor zij hier op kunnen terugvallen als zij in rechte worden aangesproken.
Voor vragen of een oriënterend vrijblijvend gesprek? Neem contact op met notaris De Zwart
Meer foto's
