Inmiddels is het Syrische gezin ruim twee maanden samen in Nederland. In het asielzoekerscentrum in Schalkhaar wachten Hasan en Lana met hun zesjarige zoontje Weasam en twee jaar jongere dochter Tala op het moment dat ze hun nieuwe woning kunnen betrekken. Een huis in Genemuiden is hen al toegezegd. Een heugelijk feit, maar de vlucht naar veiligheid heeft zijn sporen nagelaten.
De aanslag op hun theater maakte een einde aan alle twijfel. “Meerdere keren spraken we met elkaar over vluchten. Zullen we gaan? Moeten we blijven? Het waren vragen die constant door ons hoofd gingen. Het was gevaarlijk in Damascus, maar er was nog zoveel moois. Tot de dag van de aanslag kwam. Toen wisten we; we moeten hier weg”, begint Hasan hun aangrijpende verhaal.
Als vader en echtgenoot besloot Hasan als eerste de reis te maken, om vervolgens zijn vrouw en kinderen in veiligheid te kunnen brengen. Een reis die vele risico’s met zich meebracht. Hij verkocht zijn auto voor 5000 dollar en verzamelde zoveel mogelijk informatie over hoe hij zijn bestemming kon bereiken. Die bestemming stond al vast: Nederland. “Voor ons werk als theatermakers waren we al regelmatig in Europa geweest”, vertelt Lana, die naast een universitaire diploma voor het theatervak ook beschikt over een diploma in de journalistiek. “Ik was tien jaar eerder één keer in Nederland. Daarnaast hadden we in Damascus regelmatig Nederlandse theatergroepen op bezoek. Daardoor wisten we dat de mensen daar erg tolerant waren en open stonden voor vreemdelingen. Dat was heel anders in bijvoorbeeld Frankrijk.”
400 man in een bootje
Nadat Hasan afscheid had genomen van zijn vrouw en kinderen, begon voor hem een uiterst gevaarlijke reis. Vanuit Syrië trok hij naar Libië, om van daaruit met een bootje de Middellandse Zee over te steken naar Italië. Eenmaal in Europa zou hij zijn reis naar Nederland vervolgen per trein. Maar Hasan was bij lange na niet de enige die de oversteek naar Italië maakte. “Met vierhonderd mensen zaten we op een klein bootje. Ruimte was er dus bijna niet.” De zeereis kostte één van de vluchtelingen het leven. “De boot bestond uit twee verdiepingen. Beneden zat de dieselmotor, waardoor de lucht erg slecht was. Hij zat te lang beneden en kreeg daardoor te weinig zuurstof.”
Het was typerend voor de het risico van de reis, maar ook voor de drang van de vluchtelingen om in veiligheid te komen. Ze waren bereid alles op het spel te zetten. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor hun familie. Er ging dan ook geen dag voorbij waarop Hasan niet aan zijn gezin dacht. “Ik was in grote onzekerheid en probeerde daarom tijdens mijn vlucht het nieuws te volgen en contact te houden. Dat lukte niet altijd, waardoor ik niet wist of mijn vrouw en kinderen nog in leven waren. Op sommige momenten wist ik dus ook niet of dit alles het waard zou zijn.”
Schalkhaar
Maar eenmaal aangekomen in Nederland op 21 juni 2014 bleek die angst gelukkig geen werkelijkheid. Hasan kon zijn gezin enkele maanden later laten overkomen. Samen kon het viertal terecht in het asielzoekerscentrum aan de Frieswijkerweg in Schalkhaar. “De procedure ging erg snel en daar zijn we de Nederlandse regering heel erg dankbaar voor”, vertellen beide ouders. “Maar het was wel heel erg zwaar om helemaal opnieuw te beginnen. Zonder huis, zonder vrienden.”
Met hun gedachten zijn Hasan en Lana dan ook nog iedere dag bij hun thuisland. “We volgen het nieuws op de voet en zien verschrikkelijke dingen gebeuren in onze stad. Het is vreselijk om te zien hoe de mensen door hun geloofsovertuiging nu tegenover elkaar staan en hoe de cultuur van één van de oudste steden ter wereld wordt verwoest.” Zelf is het echtpaar moslim, maar hebben ze absoluut geen problemen met andere geloofsovertuigingen. “Ik zat altijd op een Christelijke school in Damascus”, vertelt Lana. “Mijn klasgenoten en vrienden in Syrië waren dus voornamelijk Christenen, maar ook Joden. Wij vierden dan ook alle verschillende feestdagen samen. Geloof is in mijn ogen iets voor jezelf, daardoor hoef je niet anders met mensen om te gaan.”
Dat er vanuit Nederland mensen naar Syrië vertrekken om daar te vechten, is voor Lana onbegrijpelijk dat mensen uit Nederland naar Syrië vertrekken om daar te vechten. “Het is compleet het tegenovergestelden van ons besluit. Ik kan niet begrijpen dat je het voeren van oorlog verkiest boven een vredig verblijf in Nederland.”
Toekomst
Hoewel de situatie in Syrië hen dagelijks bezighoudt, probeert het gezin zich in Nederland te focussen op een nieuwe start. De kinderen gaan beiden naar school op de TiNtaan in Deventer. TiNtaan staat voor Tijdelijk intensief Nederlands taalonderwijs aan nieuwkomers en dient als voortraject zodat de leerlingen kunnen doorstromen naar het reguliere onderwijs. Hasan volgt wekelijks de Nederlandse les op het AZC. Net als zijn vrouw zou hij in de toekomst graag een baan vinden in de theaterbranche. Maar om hun kennis en kunde op peil te houden, hebben ze behoefte aan training of werk. “Het zou heel fijn zijn als we wat actiever konden zijn. Dat hoeft niet eens met betaald werk. Op het moment is er weinig te doen op een dag en dat is slopend. In ons theater werkten we soms wel zestien uur op een dag. Dan sliepen we er zelfs. We zijn het dus eigenlijk niet gewend om stil te zitten”, lacht Hasan.
Nu het gezin bouwt aan een betere toekomst, betekent dat niet dat zij hun geboorteland voorgoed achter zich hebben gelaten. Wanneer het weer veilig is in Syrië, willen Hasan en Lana naar eigen zegge graag weer terug met de kinderen. “Vooral om te helpen. Doordat wij genoeg geld hadden, konden we weg. Maar we weten ook dat er vele mensen zijn die niet weg kúnnen. Zij hebben vaak nauwelijks geld voor eten, laat staan voor de reis die wij gemaakt hebben.”
Meer foto's
