In het gesprek met verslaggever Rudi Buitenkamp gaf de Antilliaan uit Raalte aan dat hij wellicht ooit terugkeert op Curaçao, het eiland van zijn geboorte. Letterlijk zei hij het volgende: “Of ik terug zou willen om de mensen te helpen? Tja, dat is lastig, we wonen hier al 39 jaar. Maar als ze laten weten dat ze mijn ervaring kunnen gebruiken, dan ga ik terug”, waarbij hij onder andere doelde op zijn ervaring in de wereld van zang, muziek en entertainment.
Trots als hij was op het verhaal en de fotografie van Stefan Kemper in de Roalter Wind heeft hij het magazine opgestuurd naar het Antillenhuis in Den Haag waar de Gevolmachtigde Minister van Curaçao resideert. “Ik kreeg meteen een telefoontje van haar secretaris dat de minister blij was met het blad. Mocht er iets zijn waarbij ze kon helpen, moest ik het maar laten weten. Ik vertelde dat ik binnenkort voor een paar weken naar Curaçao zou gaan. Twee weken later kreeg ik bericht van een bekende lokale muziekgroep van Curaçao die beginnende jonge artiesten muzikaal en met zang voorbereid op het grote carnavalsfeest in februari. Of ik met mijn ervaring niet een steentje kon bijdragen.”
Malanda hoefde niet lang na te denken. “Mijn antwoord was meteen ja.”
Nog deze maand stapt hij in het vliegtuig om 4,5 maand op Curaçao te verblijven. “Waarschijnlijk zie je me ook nog wel in de carnavalsoptocht op televisie”, zegt hij met zijn kenmerkende brede grijns.
Meer foto's
