Bij Manon van Wel (32) werd vijf jaar geleden ingebroken. Ze was niet eens thuis toen de inbreker zijn slag sloeg. En de crimineel had “slechts” een iPad meegenomen, zegt ze. Toch heeft ze drie jaar lang heel slecht geslapen. “Het is het idee dat iemand bij je thuis is geweest.” Hoewel ze na de inbraak meteen goede sloten op de deur heeft laten zetten en alle preventietips ter harte heeft genomen, voelt Manon zich nog steeds niet altijd veilig in haar eigen huis.
De politie weet hoe ingrijpend een woninginbraak is. Volgens de wijkagenten is dit een top prioriteit van de politie en is het belangrijk dat inwoners ook zelf maatregelen treffen. Vooral van oktober tot maart, want dan zijn inbrekers, straatrovers en overvallers extra actief.
Volgens de wijkagenten zijn de verhalen zijn soms hartverscheurend. “Slachtoffers voelen zich zo bedreigd. Ouderen durven niemand meer binnen te laten en gaan de straat niet meer op. Maar ook jongeren die op straat of in het openbaar vervoer hun mobieltje gebruikten toen het werd afgepakt, zijn helemaal van slag. Zeker als er geweld bij te pas kwam.”
De meeste inbraken gebeuren nog steeds bij mensen die hun deuren en ramen niet goed afsluiten, die geen stevig slot op de deur hebben of die duidelijk zichtbaar op vakantie zijn. Met de rolluiken naar beneden, een stapel post in de gang en de gordijnen dicht.
Tot slot hebben de wijkagenten nog een belangrijk punt. “Hoort of ziet u iets ongewoons? Een vreemde auto in de straat? Een persoon op de uitkijk? Een raam dat aan diggelen valt? Aarzel niet en bel direct 112. We kunnen beter een keer te veel komen dan een keer te weinig!”