de toeschouwer als twaalfde man

“Kom aanstaande zondag allemaal naar het stadion en schreeuw je ploeg naar de overwinning!” Het is een veelgehoorde / veelgelezen zin in de aanloop naar een thuiswedstrijd van een willekeurige ploeg. De massale steun van toeschouwers kan voor de spelers op het veld blijkbaar voelen als een extra steun in de rug.

Sommige ploegen spreken zelfs over een ‘twaalfde man’ en bewaren shirtnummer twaalf voor het ‘legioen.’ Blijkbaar vinden clubs het dus ook belangrijk, dat er zoveel mogelijk publiek naar de thuiswedstrijden komt. Uiteraard wordt hierbij ook vanuit het financiële oogpunt gedacht, maar de algemene gedachte is wel: hoe meer publiek, hoe meer steun.

Klopt dit? Maakt het voor de uitslag verschil of er 300 of 3000 toeschouwers achter hun ploeg staan? En is er nog verschil tussen 20.000 toeschouwers of 50.000 toeschouwers? Waar ligt de grens waarop het niet meer uitmaakt of er nog meer mensen bijkomen?

Onze voetbalman Steve heeft onderzocht of er in competities met hoge toeschouwersaantallen inderdaad meer sprake is van thuisvoordeel, dan in competities met lage toeschouwersaantallen. Lees verder voor zijn bevindingen of volg @stevestatistiek op Twitter.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.