Opinie – Om het platteland van Nederland aan snel internet te helpen, heb je 200 miljoen euro nodig, je redt er 60.000 bedrijven mee en geeft een half miljoen mensen snel internet. Waar wachten we nog op?
In een reportage op Nieuwsuur werd van de week uitgelegd hoe belangrijk snel internet is voor het platteland. Computers moeten voortdurend kunnen communiceren met databases elders in het land. De melkrobot met de zuivelfabriek en de brokkencomputer met de leverancier van diervoeders.
Wie de columns van Goos Lier in onze media leest, weet inmiddels ook dat het belang van het platteland verandert. Naast agrarische bedrijven moeten we er ook steeds meer rekening mee houden dat er andere bedrijven komen. Bedrijven die niet belastend zijn voor de omgeving, zoals een reclamebureau of een accountant.
Je moet – zo is de laatste visie – het platteland inrichten met een belang vanuit de stad. Dat belang is tweeledig. Enerzijds is er behoefte aan werkruimte voor bedrijven die niet op een industrieterrein gedijen, anderzijds is er behoefte aan recreatie. Die belangen komen sterk overeen met wat het platteland zou moeten willen: leefbaarheid.
Vanuit het platteland bezien strijdt de bewoner om behoud van kleine scholen, winkels en verzorging. Die voorzieningen zijn in het huidige tijdsgewricht niet meer haalbaar, want niet meer betaalbaar.
Maak je echt werk van de leefbaarheid van het platteland, dan ontsluit je het. Met meer mogelijkheden voor woningbouw? Met meer ruimte voor andere dan agrarische bedrijven. Met logisch daaruit volgend meer recreatie en toerisme. Om dat balletje aan het rollen te krijgen – en omdat de infrastructuur er verder al klaar voor is – is snel internet wel zo ongeveer het eerste wat je moet uitrollen.
Geld is er wel. Dat wordt door politici met oogkleppen op in de bodemloze put gestort dat vliegveld Twente heet.
Een mening over dit onderwerp? We nodigen je uit te reageren.