Hoewel dit volgens het Openbaar Ministerie (OM) inderdaad het geval is, wordt er niemand verantwoordelijk gehouden voor zijn dood. Er zouden onvoldoende aanknopingspunten zijn om tot een succesvolle strafrechtelijke vervolging te komen.
Het OM zegt te weinig hard bewijs te hebben dat Westendorp is overleden als gevolg van onvoldoende zorg. Dat zou alleen mogelijk zijn als aangetoond zou worden dat hij met opzet in hulpeloze toestand is achtergelaten. Volgens het OM is er sprake van ernstige tekortkomingen, maar kan er ook juridisch niet aangetoond worden dat Westendorp bij ander medisch ingrijpen in leven zou zijn gebleven. Bovendien kan er geen hulpverlener worden aangewezen die iets te verwijten valt.
Het Openbaar Ministerie laat op haar website weten dat ‘deze juridische werkelijkheid niet strookt met de gevoelens van verontwaardiging die in de maatschappij zijn ontstaan, en zeker niet met de gevoelens bij de nabestaanden’. De nabestaanden zouden bovendien hebben aangegeven dat zij n’og steeds grote moeite hebben met de communicatie vanuit de zorginstellingen vóór en na het overlijden van hun familielid’.
Opname
Westendorp werd begin juli opgenomen op de gesloten afdeling van Dimence in Deventer na een zelfmoordpoging. In die instelling liep hij vervolgens diverse verwondingen op. Een deel door hemzelf toegebracht en een deel mogelijk door valincidenten. Westendorp werd een aantal keer overgebracht naar het Deventer Ziekenhuis, maar werd telkens na behandeling teruggestuurd. Op 8 augustus belandde hij in coma in het ziekenhuis, een dag later overleed hij.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg stelde naar aanleiding van zijn overlijden een onderzoek in waaruit bleek dat de zorg door de betrokken specialisten van Dimence en het Deventer Ziekenhuis ‘ontoereikend’ was. Het televisieprogramma De Vijfde Dag van de EO maakte een item over zijn dood. Na de uitzending nam het Openbaar Ministerie contact op met nabestaanden van Westendorp voor een strafrechtelijk onderzoek.