Het Raalter college van B&W heeft de laatste jaren weinig geïnvesteerd op het gebied van duurzaamheid en klimaatneutraliteit, dat vindt Jan Oostewechel van Vitaal Salland. “Dit ondanks sterk aandringen van een deel van de raad. Alleen als er een vette subsidiepot losgetrokken werd door de provincie kwam het college nog wel eens in beweging voor de eigen gemeentelijke projecten.”
“Wel is Vitaal Salland heel tevreden over alle duurzaamheidsinitiatieven vanuit de samenleving en dorpen. Hier wordt heel goed duidelijk dat men veel gezamenlijk kan bereiken door de samenleving van onderop te mobiliseren en hiermee eigenlijk de gemeentelijke overheid het nakijken geeft.”
Oostewechel: “Als ik de laatste jaren de revue laat passeren, zijn er diverse zaken te noemen waarbij de gemeente de duurzaamheidscirkel slecht vertegenwoordigt. Als klein voorbeeld kunnen sinds kort en na sterk aandringen nu ruim 50 lampen uitgeschakeld worden in de gerenoveerde villa die eerder 7 dagen in de week 24 uur per dag brandden.”
Oostewechel wil aandacht voor ecologie en biodiversiteit, zorg en onderwijs, duurzame landbouw, verkeer en vervoer, maatschappelijk kapitaal duurzaam beheren en faciliteren. “Echter ook de economische kant van het geheel en welke arbeid hieruit voortvloeit, zoals hoe duurzaam is het als men zijn huis laat schilderen door schilders uit Polen, of Chinese zonnepanelen op het dak laat leggen door monteurs uit Hongarije. Niet dat ik het deze mannen niet gun, wel dat deze daar twee- of driewekelijks een paar duizend kilometer voor komen rijden. Dit terwijl Nederlands gekwalificeerd personeel zonder werk bij huis loopt met een uitkering. Ook belangrijk is om de kansen die direct voor het oprapen liggen gewoon te benutten op een praktische manier. Dit zonder dat het een soep van bureaucratie gaat worden, juist hierdoor haken vaak goede burgerinitiatieven af.”
Vitaal Salland roept de betrokken organisaties die meedoen aan Raalte Duurzaam 2050 op ook vooraf na te denken hoe dit in de gemeente vorm kan krijgen de komende 35 jaar. “Laat het een ding worden van de bevolking en niet van subsidiejagers en doemdenkers,” besluit Jan Oostewechel.