Opinie – Buurtzorg verspreidt zich als een vlek over Nederland. Olst-Wijhe, Deventer, Ommen, Dedemsvaart, Raalte, overal zie ze verschijnen. Buurtzorgteams bestaan uit een paar verpleegkundigen die snel en efficiënt thuiszorg aanbieden. Managers hebben ze niet. Het werk gaat beter. En is het goedkoper.
Je kunt de Buurtzorg bekijken vanuit de zorg en als maatschappelijk fenomeen.
Vanuit de zorg bezien lijkt het een prachtig plaatje. Jos de Blok werkte in de thuiszorg en zag die instelling groter worden en daardoor steeds ongelukkiger opereren. Iedere afdeling moest een baas, een setje afdelingen moest een manager en een paar managers moeten ook weer aangestuurd. Ze moesten allemaal eens per jaar een paar dagen naar een duur conferentie-oord om regeltjes te bedenken en … de verpleegkundigen werden er helemaal gek van. Ieder jaar moesten ze weer andere dingen en alles moest geregistreerd worden. Duur betaalde krachten vanachter een bureau bepaalden hoeveel hulp er waar geboden moest worden terwijl de ‘wijkzuster’ dat toch het beste wist. Al die managers met hun controlesystemen, hebben nooit bedacht dat ze zelf ook eens hoognodig gecontroleerd moesten worden. Maar ja, die lui creëren hun eigen banen, daar kom je niet bij.
De Blok is gewoon met vier man een thuiszorgteam begonnen. Binnen het jaar kreeg hij van elders de vraag van een ander team of ze zich aan konden sluiten. Inmiddels kent Nederland honderden teams. Die werken allemaal zelfstandig. Ze hebben geen manager. Als ze vragen hebben, kunnen ze wel bij een coach terecht, maar die is er alleen maar als er om gevraagd wordt. De Blok: “Wij hebben een coach beschikbaar als je hem nodig hebt. Normaal heb je ook een coach als je hem niet nodig hebt.” En dat laatste is lastig, want als die coach er toch zit gaat die gekke dingen bedenken als er verder niks te doen is: functioneringsgesprekken, intervisie, allemaal zaken die de maatschappij pas nodig kreeg toen er managers opdoken die tenslotte de dag ook vol moesten krijgen.
In de praktijk blijkt Buurtzorg supergoedkoop. De verpleegkundigen doen gewoon wat ze moeten doen. Maar tegelijk zoeken ze iedere keer de beste oplossing. Familie wordt ingezet. Er wordt gekeken naar ‘hoe de patiënt het altijd al deed’ en daar haken ze op in. Het werk is er op gericht zo goed mogelijk werk af te leveren, maar zo weinig mogelijk te doen. In principe wil de buurtzorg zorg afbouwen als dat kan. Dat is een veel goedkopere insteek dan doen wat het indicatiebureau vanachter het bureau zegt dat er moet gebeuren. “Nou, als het indicatiebureau het zegt, dan doen we dat maar.”
Buurtzorg levert beter werk tegen lagere kosten. Wat wil je nog meer?
Als je dat maatschappelijk bekijkt, dan hopen we dat Buurtzorg een voorbeeld is dat doet volgen. Bij scholengemeenschappen bijvoorbeeld zijn de docenten heel wel in staat te bepalen wat het beste onderwijs is. Maar daar komen ze niet aan toe wegens managers, nieuwe ministers die hun stempel achter willen laten, directeuren die weten wat beter is, en meer van dat soort geldverslindende volk. De overheid is ook een mooi voorbeeld. Gemeenten, provincies, waterstaten, het is te zot voor woorden hoeveel bestuurslagen we hebben, in welke paleizen die regeren, hoeveel managers, seniors, bedrijfsdirecteuren er rond lopen die het werk niet aankunnen en dus externen inhuren tegen tarieven die in het bedrijfsleven al lang niet meer kunnen…
Het zou mooi zijn als er ook elders in de maatschappij allemaal initiatieven ontstaan als die van Buurtzorg. Niet de oude instanties veranderen, maar ze links laten liggen en opnieuw beginnen zoals het hoort: goed en goedkoop. Daar wordt het leven een stuk goedkoper, en tegelijk een stuk beter van. Enig probleem dat we zien is dat al die managers de mouwen van hun stijf gesteven overhemdje moeten oprollen en ook de handen uit de mouwen moeten steken om aan de kost te komen.
Een mening over dit onderwerp? We nodigen je uit te reageren!