Opinie – ‘Han Noten, burgemeester van Dalfsen stapt uit de Eerste Kamer. Na bijna tien jaar in de Senaat ontbreekt hem de motivatie om door te gaan.’ Dat is de openingszin van een artikel op Vechtdalcentraal.nl deze week. En we lazen op teletekst: ‘in 2015 zijn Noord Holland, Utrecht en Flevoland één provincie.’
Twee zaken die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben. Maar dat zit anders. Eerst die samenvoeging van provincies. We hebben een rondje in onze regio gedaan naar wat bestuurders van de samenvoegingsplannen vinden. Want er komt na Noord Holland, Utrecht en Flevoland nog veel meer. Nederland moet in vijf landsdelen opgedeeld worden en gemeenten moeten groter dan 100.000 inwoners worden. Och, zo’n vaart zal dat niet lopen, lachen de bestuurders die kabinetsplannen weg. De burger zij gewaarschuwd. De fusies komen er aan, de eerste grote provincie is in 2015 al een feit. Dat weglachen zegt iets over de bestuurders, niet over de plannen.
Een superprovincie noemen ze Noord Holland, Utrecht en Flevoland. Maar het krijgt niet meer dan 1,3 miljoen inwoners. Dat zijn aantallen voor een leuke stad, zeggen ze elders in de wereld. Op België en Luxemburg na zijn landen om ons heen meer gewend aan provincies ter grootte van heel Nederland. Dat te grote provincies bestuurlijke molochs zouden worden is onzin. Je hebt voor alle taken een setje ambtenaren nodig. In plaats van twaalf keer vergaderen over de organisatie van woningverdeling, openbaar vervoer, afvalinzameling en ambulancediensten, kun je dat net zo goed vijf keer doen. Dus je kunt met veel minder personeel toe.
En zeg nou niet dat een kleiner bestuur slagvaardiger is. Zo hadden ze bij de provincie toch maar mooi over het hoofd gezien dat het wel een beetje gek was dat er miljoenen naar Hoonhorst ging, toen dat dorp tot meest duurzaam uitverkoren werd. Via doorgestoken kaart kreeg Heeten toen de publieksprijs, anders was die duurzaamheidsgeldstroom naar Hoonhorst een soort winst in de postcodeloterij geworden.
Of wat te denken van de blamage rondom het vliegveld in Twente. Om daar tegen te stemmen moest de SP een paar jaar geleden een Statenlid met de ambulance in haar kraambed naar de stemronde in het provinciehuis laten rijden, omdat de VVD een Statenlid uit Afghanistan had laten overvliegen. Provinciale Staten stemden tegen. Gedeputeerde Staten (zeg maar het kabinet van de provincie) viel. En na wat discussie kwamen de Gedeputeerden (niemand weet wat dat voor mensen zijn, maar het zijn wethouders op provincieniveau) met een nieuw plan om het vliegveld toch door te laten gaan. Na nieuwe verkiezingen werd de PvdA gestraft en buitenspel gezet door het almachtige CDA, waarna de onderzoeken naar haalbaarheid voor een vliegveld in volle gang verder gingen. Miljoenen verder bleken de bestuurders één ding over het hoofd gezien te hebben: het bedrijfsleven had geen interesse. Weg miljoenen (maar het is toch andermans geld), weg vliegveld.
Dus zo zaligmakend is een klein bestuur niet. Ook niet voor een gemeente. In Olst-Wijhe is het nú al Deventer dat aan de macht is. Burgemeester Strien kan als een wethouder Hekking nog zijn best wel doen met hier en daar een lintje door te knippen, maar ambtenaren zijn de vierde colonne en die zitten allemaal al lang in Deventer. Sterker nog: grotere gemeenten waarborgen het eigene van kleine dorpen veel meer dan kleine gemeenten. In Raalte zal Heino nooit wennen aan Raalte. Maar in Lettele hebben ze helemaal geen last van Deventer.
In alle opzichten heb je met bovenstaande gegevens een sterke burgemeester nodig. Hij moet op een fusie durven aansturen, maar hij moet ook de boel bijeen kunnen houden, met echte argumenten komen, kunnen overtuigen. Ommen heeft in Ahne een jonge hond waarvan we vermoeden dat hij Ommen als tussenstation gebruikt. Raalte heeft een burgemeester die toch wel een paar keer per jaar laat zien niet bijzonder goed te zijn in crisismanagement. In Olst-Wijhe ís Deventer al de baas. De burgemeester van Deventer wil d’r wel graag burgers bij, want daar hebben ze zich de kop financieel in een strop gestopt door een te duur gemeentehuis te gaan bouwen. Hoe meer belastingbetalers, hoe liever.
In Dalfsen hebben ze maar mooi geluk met Noten. De man heeft geen ambities meer naar groter en beter. En hij weet na tien jaar Eerste Kamer als geen ander dat je politiek af en toe ook van afstand moet beschouwen. Niet redeneren vanuit korte termijn-gewin richting volgende verkiezingen, maar rustig en bedaard bedenken of de totstandkoming van wetten en regels goed verlopen zijn.
Noten: “De Eerste Kamer had ooit een beschouwende rol. Nu dreigt dat we het werk van de Tweede Kamer over gaan doen. De Senaat speelt daarmee een ‘verstorende rol’ en wordt steeds politieker. Het is niet langer een ‘chambre de reflexion’. De gevolgen daarvan worden onderschat.”
Nou Han Noten, dat is toch juist reden niet uit de Eerste kamer te gaan? Dan hebben we eindelijk een verstandig man op de juiste plek zitten, gaat ie weg. Dood zonde. Maar goed, laten we dan afspreken dat je je wijsheid aanwendt voor de regio. We pleiten voor grote plattelandsgemeentes tussen de steden in. Vechtdal en Salland, mooie dorpen, naast Deventer en Zwolle!
Een mening over dit onderwerp? We nodigen je uit te reageren!