Het Openbaar Ministerie Zwolle-Almelo heeft besloten geen vervolging in te stellen tegen de organiserende stichting of individuele medewerkers van de poasboake Espelo. Bij de poasboake Espelo liep op 8 april 2012 een cameraman van RTV Oost ernstig rugletsel op.
Uit onderzoek blijkt wel dat er sprake is van nalatigheden aan de zijde van de organisatie. Deze nalatigheden hebben ertoe geleid dat de cameraman binnen de veiligheidszone, afgezet met dranghekken, heeft kunnen komen. Hier is hij geraakt door een losgeschoten staalkabel.
Hoewel sprake is van nalatigheden, zijn die nalatigheden niet van zodanige aard dat die ‘’aanmerkelijke schuld” opleveren in de zin van artikel 308 van het Wetboek van Strafrecht.
In de buurtschap Espelo, nabij Holten, is een poasboake gebouwd waarmee gepoogd wordt het wereldrecord ‘’hoogste poasboake” te vestigen. Rond een centrale mast is snoeihout gestapeld met een doorsnee van vele meters en tot een hoogte van ongeveer 40 meter. Bovenop die stapel is een 2e centrale mast gezet, waaromheen eveneens snoeihout is gestapeld, maar dan in een veel smallere opzet. Het totaal vormt een ‘’bult met een punt”.
De centrale mast is gezekerd met staalkabels; die kabels zijn op verschillende plaatsen bevestigd rondom de boake.
Rondom de boake is een veiligheidszone gemaakt van 80 meter die is afgezet met dranghekken. Medewerkers van de organisatie -herkenbaar aan gele shirts- zijn aanwezig aan de binnenzijde van die dranghekken.
Slachtoffer is een cameraman die die avond op verschillende plekken in Oost-Nederland filmt. Hij arriveert later dan de rest van de pers en wordt gechauffeerd door een motorrijder. Hij filmt vanaf verschillende posities aan de binnenzijde van de dranghekken. Op het moment dat het vuur volledig brandt, bevindt hij zich nabij een boom waaraan een van de staalkabels is verankerd. Die kabel is bevestigd rond de voet van de boom. Als het bovenste deel van de boake brandend naar beneden valt, staat de cameraman zo ongeveer onder de kabel. De top van de boake trekt de kabel met hoge snelheid naar beneden. De vallende kabel raakt de cameraman op de rug, waardoor hij gewond raakt. Hulpverlening komt direct op gang. De cameraman heeft in het ziekenhuis gelegen. Op dit moment is hij nog herstellende.
De organisatie was op de hoogte van de risico’s verbonden aan het vuur zelf, aan de top die kon vallen en aan de kabels die aan de top waren verbonden. Om die reden was er een buitenring met dranghekken afgezet en een binnenring bestaande uit losse dranghekken met daarop borden ‘’buiten de hekken blijven”.
Verder was er een groot aantal vrijwilligers aanwezig tussen de binnen- en buitenring met als opdracht om iedereen buiten de hekken te houden.
Uit het onderzoek blijkt dat de cameraman binnen de hekken was, dat hij daar gewoon openlijk naar binnen is gegaan en daar ook langere tijd heeft verbleven en opnamen heeft gemaakt van zowel het publiek als van de brandende boake.
Verder is niet gebleken dat de vrijwilligers die zich ophielden nabij de plaats waar de cameraman zich bevond voorafgaand aan het incident zichtbare of hoorbare activiteiten hebben ontplooid om de cameraman bij het hek te houden of te brengen.
Naar het oordeel van het Openbaar Ministerie zijn dit echter niet zodanige nalatigheden dat gezegd kan worden dat aan de zijde van de Stichting of de medewerkers die daar aan het werk waren aanmerkelijk onvoorzichtig of aanmerkelijk onoplettend is gehandeld.