Dat is volgens gedeputeerde Bert Boerman (jeugdzorg) voor een belangrijk deel het gevolg van de nieuwe manier van financiering van de jeugdzorg. “Vorig jaar hebben we als provincie een andere manier van financiering afgesproken met de jeugdzorginstellingen. Vanaf 2011 krijgen aanbieders per afgerond zorgtraject een vast bedrag uitgekeerd. Dit bedrag is gebaseerd op ervaringscijfers en gemiddelden van alle jeugdzorgtrajecten, kort en langlopend.”
Overijssel is de eerste en tot dusver enige provincie die op deze wijze jeugdzorgtrajecten financiert. Na ruim een jaar ervaring met de nieuwe werkwijze laten de cijfers zien dat de verwachte effecten optreden en de wachtlijsten teruglopen. Op 1 juli 2010 wachtten er 169 kinderen in Overijssel langer dan negen weken op jeugdzorg. Een jaar later waren dat er 153, op 1 december 2011 nog 109 en op 1 maart jongstleden stonden er nog 65 kinderen op de wachtlijst.
Gedeputeerde Staten hebben naar aanleiding van het onderzoek van de Rekenkamers al in 2011 scherpere afspraken gemaakt met Bureau Jeugdzorg over het toezicht. De provincie wil sneller worden geïnformeerd over de gevallen waarin een reële kans bestaat dat er een onverantwoorde situatie kan ontstaan als jongeren langer moeten wachten. Overigens kunnen kinderen in crisissituaties altijd binnen 24 uur rekenen op hulp.