De politie deelt de preventie op in drie onderdelen. “Het begint met de organisatie”, vertelt politiewoordvoerder Wim Dierkx. “Het is heel belangrijk dat beheerders van het gebouw weten wie er sleutels hebben. En mocht je een keer een sleutel uitlenen, zorg dan dat dit een sleutel van een type is dat niet makkelijk te kopiëren valt.
Mocht er een inbraak gepleegd worden, dan is het belangrijk om in kaart te brengen wat je mist. Zorg daarom dat je een lijst van de inboedel maakt, dan weet je ook gelijk wat de aantrekkelijke items voor inbrekers zijn. Zet die dingen ook op de foto. Registreer je elektrische apparatuur. Noteer niet alleen het merk en type van bijvoorbeeld de lcd-televisie, maar schrijf ook de serienummers op.”
En nog praktischer: “Om televisies of beeldschermen helemaal onaantrekkelijk te maken, kun je ze merken, net zoals boeren dat vroeger met hun vee deden. Schilder bijvoorbeeld de rand van je computerbeeldscherm in clubkleuren, druk er een stempel van je vereniging op of graveer heel groot de naam van de club of je postcode en huisnummer erin. Op die manier maak je de apparatuur in één klap onaantrekkelijk voor inbrekers. Zo raken ze het namelijk nooit meer kwijt als ze het willen verkopen.”
Vaak zijn ook clubkassen doelwit van inbrekers. “Voor een paar honderd euro koop je tegenwoordig een mooi chipsysteem”, tipt Dierkx. “Iedereen heeft een pinpas met een chipknip erin. Als je de mensen daarmee laat betalen, heb je ook geen geld in huis. Dat zien je klanten, potentiële inbrekers, ook.” Als je toch met contant geld wilt blijven werken, dan raadt de politie aan om vooral te zorgen voor een goed afromingssysteem. “Zorg voor een kluis, een alarm en zorg ervoor dat je wisselend het geld afroomt.”
De politie raadt medewerkers van buurtcentra ook aan om niet alleen inbraken, maar ook inbraakpogingen te melden. “Zorg ervoor dat je ook daarvan de sporen borgt. Bel de politie ook na een inbraakpoging. We nemen dan niet alleen de sporen op, ook kunnen we misschien ons surveillanceschema aanpassen.”
Dierkx zegt overigens dat echt goede inbraakpreventie niet alleen op de inboedel leunt. Dat is afhankelijk van drie pijlers: Organisatie (wie heeft een sleutel), bouwkundige beveiliging en tenslotte elektronische beveiliging. Als één van de drie pijlers niet klopt, heb je weinig aan die andere twee. “Elektronische beveiliging heeft geen zin als een deur niet goed sluit.”