Op 19 november heeft de gemeente Beaphar afgesloten van het riool, omdat het bedrijf de regels in haar milieuvergunning zou overtreden. Volgens de gemeente loosde het bedrijf toxische stoffen in het riool, waardoor mogelijk ook de rioolwaterzuiveringsinstallatie minder goed ging werken. Echter meldde de gemeente niet om welke stoffen en concentraties het ging. Ook werd niet vermeld welke concentraties schadelijk voor de waterzuiveringsinstallatie zijn. Volgens de advocaat is dat juridisch fout en in strijd met de wet.
De analyses die gemaakt zijn, dateren van 30 november, 11 dagen na het ingrijpen van de gemeente. Volgens de jurist kon de gemeente dus op 19 november helemaal niet weten of het afvalwater schadelijk was of niet. “Men riep maar wat,” stelde Van Eck.
Daarnaast meldde de advocaat dat de overheid weinig hulp bood toen Beaphar zelf een onderzoek instelde. Volgens hem had de overheid monsters ter beschikking moeten stellen, iets dat naar zijn zeggen in strijd met de wet is.
Ook stelt Beaphar dat de monster die geanalyseerd zijn te oud waren. De termijn waarbinnen de monsters bij voorkeur getest moeten worden, is volgens Van Eck 24 uur. De monsters die bij Beaphar werden genomen, werden echter pas 24 dagen later getest.
De gemeente houdt voet bij stuk in de kwestie en zegt dat de ingreep bij het bedrijf rechtmatig is gedaan. De toxische stoffen die in het riool zijn aangetroffen, komen volgens Raalte toch echt bij Beaphar vandaan. Volgens de gemeente blijkt dat zelfs uit het onderzoek dat Beaphar in liet stellen.
De gemeente stelt dat in de milieuvergunning van Beaphar staat, dat het bedrijf alleen via een buffertank op het riool mag lozen. Een medewerker van het geplaagde bedrijf zou tegen een medewerker van de gemeente hebben gezegd dat dat nooit gebeurde.
De bezwarencommissie brengt over een aantal weken een advies uit aan het College van B&W.