Er staat ons een extreme winter te wachten. Dat werd enkele weken geleden tenminste groots gekopt in de kranten. Of dat zo is, is volgens Ton ten Hove nog maar de vraag. “Op basis van een geringe zonkracht wordt de kans op een strenge winter iets groter dan normaal. Maar dat wil helemaal niet zeggen dat die er ook echt komt”, zegt de Overijsselse weerman.
Volgens Ten Hove kent het weer geen geheugen en is het moeilijk om voorspellingen op de lange termijn te doen. Dat wetenschappers dat toch onderzoeken juicht hij toe, maar dat ze hun bevindingen zo snel naar buiten brengen, vindt hij minder verstandig. “Voorzichtige uitspraken worden vaak verkeerd geïnterpreteerd door de media. Neem de voorspelling voor aankomende winter. Wetenschappers concluderen dat de zonkracht op dit moment gering is. Dat kán betekenen dat we een strengere winter dan gewoonlijk krijgen. Nu is in ons land normaal gesproken de kans op strenge winters al heel klein, dus een vergrote kans is niet eens zo veel groter. Maar de media let niet op die nuances en kopt meteen dat het een strenge winter wordt. Daarom kijk ik zelf altijd erg uit met dat soort voorspellingen”, zegt hij.
“In theorie hebben we eens in de tien jaar een strenge winter. Maar dat zegt niets over de verdeling ervan. Het weer heeft geen geheugen. Kijk maar eens naar de afgelopen decennia. In 1963 hadden we een extreem koude winter met een Elfstedentocht. Daarna was het 22 jaar niets, tot 1985, 1986 en 1987.” Ook aan theorieën opbouwen aan de hand van voorbije seizoenen doet hij niet. “Terugkijkend naar afgelopen zomer kan ik maar één ding zeggen: het was flut. En het was domme pech. Maar dat wil niets zeggen over de komende maanden.”
Zolang hij zich kan heugen, is Ten Hove gefascineerd door het weer. Als kleine jongen kon hij uren kijken naar de wolken en onweer kon hem echt beangstigen. Hij groeide op en zijn passie bleef. Het was het zijn grootste droom om bij het KNMI te gaan werken. Toen dat niet lukte, moest hij wel even wat wegslikken. “Als 16-jarige was ik er van overtuigd dat ze bij het KNMI echt op zo’n weergek als ik zaten te wachten. Maar toen ik er na de HBS solliciteerde, bleek dat ze HBS-B vroegen, terwijl ik HBS-A had. Dat was wel echt een bittere pil voor mij”, bekent hij. Maar hij liet het er niet bij zitten en werd naast zijn werk als financieel ambtenaar bij de gemeente Zwolle, weerman bij radio Zwolle.
“Aanvankelijk was ik sportverslaggever. Toen ik voor de grap een keer een weerpraatje deed, sloeg dat zo aan dat het een vast item werd. Op mijn vierenveertigste werd ik gevraagd om dat voor RTV Oost te gaan doen.” Aanvankelijk werkte de weerman half bij de gemeente Zwolle en half als weerman, maar twee heren dienen bleek uiteindelijk niet haalbaar. “Gelukkig bood RTV Oost mij vier jaar geleden een volledige baan aan, dus heb ik de overstap gemaakt en ben uiteindelijk toch weerman geworden en heb ik van mijn hobby mijn beroep gemaakt.”
Wie denkt dat Ten Hove alleen maar op komt draven voor het dagelijkse weerpraatje op TV, heeft het mis. Hij heeft een dagtaak aan het weer. Iedere ochtend begint hij om kwart voor zes en is de hele dag af en aan bezig met het maken van de weersvoorspellingen, het voorbereiden van weerspraatjes op radio en tv en met het ontvangen van gasten in de studio in Zwolle. Zijn dagelijkse voorspelling maakt hij op basis van weerkaarten van het KNMI, zijn eigen observatie en de meldingen van de 25 weerwaarnemers uit heel Overijssel. “De weerkaarten vormen de basis”, legt hij uit.
“Hierop staan de hoge- en lagedruk gebieden en de windrichtingen. Je eigen waarnemingen zijn zeker zo belangrijk, denk maar aan de boeren die zonder ooit een weerkaart te hebben gezien aan de stand van de wolken, de wind en zelfs geuren kunnen opmaken wat voor weer het wordt. Ik loop ’s ochtends voor ik begin dan ook letterlijk de tuin in om het weer te snuiven. Mijn voorlopige conclusie vul ik dan aan met de waarnemingen van onze weerwaarnemers, die me dagelijks bellen of mailen.”
Uit de mouw
De weerpraatjes die hij houdt op radio en tv schudt hij op basis van zijn voorspelling zomaar uit de mouw, al naar gelang op welke plek het wordt opgenomen. “Een monoloog houden voor de camera kost me na al die jaren geen enkele moeite meer. Maar we hebben ook regelmatig een gast op locatie en dan ben ik toch altijd wat gespannen, want interviewen is toch weer een vak apart.”
[/b]80 procent goed[/b]
Het mooie van het maken van weersvoorspellingen is voor hem de onvoorspelbaarheid van het weer. “Ik zit zo’n 80 procent goed met mijn voorspellingen, hoger kan bijna niet, want je hebt het wel over het weer en dat kan van het ene op het andere moment omslaan.” Naast weerkaarten en observaties, neemt Ten Hove tot slot ook de omgevingsfactoren mee. “Het uitdagende van dit werk zit hem erin om de voorspellingen te vertalen naar je eigen regio. In het vroege voorjaar kan het in Enschede wel 8 a 9 graden warmer zijn dan in Steenwijk. Dat komt doordat het water van het IJsselmeer nog heel koud is, die kou wordt door de wind meegenomen. Dat zijn allemaal zaken waarmee je rekening houdt.”
Door Erna Ekkelkamp