Nederland moet minder afhankelijk worden van fossiele brandstoffen en geleidelijk overgaan op duurzame energie, maar het wil allemaal nog niet echt vlotten. De overheid loopt hopeloos achter. Wat is in Salland de toekomst van de windmolen?
Op de lijst van landen die het meest investeren in duurzame energie staat Nederland op de achttiende plaats. Vorig jaar was dat nog plaats zestien. Dat komt doordat de overheid enkele subsidies heeft ingetrokken en stimulerende maatregelen heeft stopgezet. Op de Europese lijst van duurzame energieproductie staat Nederland op nummer 23. In het afvoerputje dus. Twee weken geleden heeft minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie het Energierapport 2011 bekend gemaakt waarin de weg wordt beschreven naar meer hernieuwbare energie en minder afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen. Voorzichtige conclusie: het kabinet leunt sterk op grijze energie – energie die op conventionele wijze wordt opgewekt – en aan windenergie waagt het kabinet zich nog niet. Het was al bekend dat de regering met bijna alle subsidies op hernieuwbare energie (onder andere zonne- en windenergie) stopt.
Bekijken we de situatie van windenergie op provinciaal niveau, dan bungelt Overijssel onderaan als het gaat om de productie van windenergie. De doelstellingen voor de provincie zijn allerminst vooruitstrevend te noemen: in 2020 moet het totale opgewekte vermogen uit windmolens zijn verdubbeld van 6 MW naar 80 MW (ter info: één MW staat gelijk aan één miljoen watt). Hiermee is de provincie zeer terughoudend wat windenergie betreft.
Zoomen we nog verder in, dan heeft het landelijk en provinciaal beleid sterk haar weerklank op de lokale situatie. Die grote, reusachtige windmolens zijn niet in Salland te vinden. Wel de kleinere, maar tot nu toe dienen deze alleen voor particulier gebruik. Het gemeentelijk beleid is nog niet berekend op deze vorm van energieopwekking. In Olst-Wijhe heerst verdeeldheid. Eind 2010 bleek er in de gemeenteraad amper steun voor de komst van zes grote windturbines. Olst-Wijhe moet in 2020, als onderdeel van ‘Programma Duurzaamheid,’ twintig procent van alle energie putten uit duurzame opwekking en in dertig procent minder CO2 uitstoten dan in 1990. En als er geen draagvlak is bij de Olst-Wijhese politiek, dan lijkt het er sterk op dat die zes grote windmolens er vermoedelijk niet gaan komen en moeten er andere manieren worden gezocht om deze doelstellingen voor 2020 te behalen.
Niet alleen in Olst-Wijhe, maar ook in Raalte wordt deze vorm van duurzame energie voornamelijk beperkt tot eigen energievoorziening. Het gemeentelijk beleid van Raalte is dat kleinschalige windmolens tot 15 meter hoogte alleen met een bestemmingsplanwijzigingsprocedure worden toegestaan.
Wil de Nederlandse energiebehoefte in 2020 voor tien procent worden ingevuld met behulp van duurzame energiebronnen, dan zal er een oplossing moeten komen. Dominique Doedens, van het Heetense adviesbureau Doedens & Partners dat sociaal maatschappelijke projecten waar onder duurzaamheids projecten ontwikkelt, oppert een systeem van lokaal spaargeld duurzaam investeren door bewoners. Doedens: “Windmolens moeten niet gefinancierd worden door externe, anonieme geldschieters die alleen de lusten willen (lees veel winst), maar zo lokaal mogelijk, dorpelingen zouden met elkaar kunnen investeren in duurzame energie en de winst aan hen zelf en het dorp ten goede laten komen. Als grote investeerders rendement kunnen behalen dan kan dat lokaal ook. Bijvoorbeeld met een windmolen samen duurzame energie produceren. Spaargeld levert amper 2 procent rente op en investeren met vreemd vermogen kost meer dan 5 procent . Hierin zit de ‘lokale’ winst. De energie die door de windmolen wordt opgewekt, gaat rechtstreeks naar het energienet en moet verrekend worden met de huishoudens waardoor de dorpelingen er van profiteren. Het zelfleveringsmodel. Maar hier zit een probleem: De overheid wil dit verrekenen slechts tot 5000 kWh toestaan, terwijl het dé oplossing kan zijn.” Doedens wijst op een lokaal systeem waarbij dorpen hun eigen, grote windmolen kopen. Hier zijn al voorbeelden van. “Wat er op het moment speelt is ‘not in my backyard’. Mensen staan positief tegenover windenergie, maar zodra er een windmolen om de hoek wordt geplaatst, deinzen ze terug. Alleen als het financieel wat oplevert voor de omwonenden die de wieken zien draaien, kan dat het tij keren en komen windmolens positiever in beeld. Zo was het vroeger ook met de koren- en houtzaagmolens. Toen bittere noodzaak! En nu? Iedereen mag zijn eigen conclusie trekken”