Mijn zusje en ik, als kleutertjes poserend voor de foto, voor het huis van mijn tante in Zierikzee. Vakantie in Zeeland. Zeemeeuwen vliegen krijsend in de wolkenloze blauwe lucht. Wind en warmte. Zusje had de klompkleppers in het rood en de mijne waren blauw. Opvallend detail is het witte verbandje dat om mijn enkel zat, geen idee meer waarom. Weemoed en verlangen naar de zon, het strand en de zilte zeelucht. Mooie tijden. Vervlogen tijden.
Begin april surfde ik over de digitale zee van schoenen en kleding. Bij het zien van klompkleppers op de site van Hebbes&Mooi stonden die beelden van mijn jeugd plots haarscherp op mijn netvlies. Ik bedacht dat het geen herinnering hoefde te blijven. Ik kon ze voor mijn dochters bestellen. Sterker nog; ik bestelde ook een paar in mijn maat.
Dat er een berichtje kwam met de mededeling dat de bestelling wat verlaat was, vanwege de enorme run op mijn favoriete artikel, verbaasde mij niet. Eigenlijk was ik wel een beetje vereerd. Misschien nog wel meer moeders met jeugdsentiment. Ik droomde nog een tijdje verder over klompklepperende kindertjes samen met hun moeder. Vrolijk zingend op de maat van het geklepper van de klompjes. De maand mei kwam en ging, nog steeds geen teken van de klompjes. Ik werd een beetje ongeduldig. Klompklepper-nog-an-toe!
Begin juni de telefoon gegrepen, het duurde mij veel te lang. Na een ellendig keuzemenu kreeg ik een alleraardigste telefonist aan de lijn met een prettig Belgisch accent. Zelfs hij was danig onder de indruk van mijn geduldige wachten. Ik kreeg te horen dat mijn spulletjes, alweer, van datum waren verschoven. Zou het dan toch een zomer zonder klepperklompen worden? En daarmee zag ik mijn fantasie in kleine stukjes uit één vallen. Daar een kleppertje, hier een klompje. Een teleurgestelde moeder, zonder houten zomermuiltjes aan de voeten. Zonder de klompendans samen met haar dochters.
Maar vanmorgen ging de bel. De postbode met mijn bestelling. Drie paar klompkleppers staan op tafel. Ik roep mijn dochters en ik vraag wat ze ervan vinden. “Ze hebben hakken!” roept de jongste. De oudste vindt ze vooral grappig. Maar nog grappiger vinden ze dat ik dezelfde schoenen heb. In no-time klepperen drie paar klompen door de woonkamer.
Ik voel me blij en bijzonder dat mijn jeugdsentiment reëel is geworden. Ik maak een paar flinke stappen door de keuken en kom er op een nare manier achter waarom het verbandje van toenertijd om mijn enkel zat. De houten zool van mijn rechtervoet botst pijnlijk tegen mijn linkerenkel. Het valt gelukkig mee, maar ik waarschuw wel even mijn meisjes. Op mijn vakantielijstje schrijf ik alvast meters rekverband. Nu nog zon en zilte zeelucht.