Vier kanshebbers noemde Onze Man zondag in zijn voorbeschouwing op het NK Wielrennen. Van die vier belandde slechts Johnny Hoogerland in de top tien. Reden voor de redactie Onze Man op het matje te roepen. “Hoezo deskundig,” wierpen we hem voor de voeten. ”We dachten met jou een kenner in huis te hebben.” Onze Man gaf geen krimp, de CRT-renner had zijn antwoord klaar. “Ik zei het je toch?” blufte hij, “je kunt er wel voor zorgen dat iemand niet wint, maar je kunt er niet voor zorgen dat iemand wel wint.”
We vroegen hem zich nader te verklaren. “Gistermorgen zei ik dat, en tijdens de race bleek die uitspraak weer eens al te waar. De Rabo-renners deden er alles aan om anderen te laten verliezen, maar vergaten vervolgens zelf te winnen. Vancansoleil was de lachende derde. Pim Ligthart mag het nationale tricot één jaar lang dragen. Jammer genoeg doet hij niet mee in de Tour, dus onze driekleur ontbreekt in Frankrijk.’’
Wie er wel zal zijn is Rob Ruijgh, ploeggenoot van Ligthart. Onze Man: “Vancansoleil gaat nog veel plezier aan hem beleven, wat heeft die man goed werk voor zijn ploegmaat verricht.” Tweede werd Bram Tankink, die met zijn onvervalste Twentse accent lachte als een boer met kiespijn. “We kwamen om te winnen, dus hebben we verloren,” zei hij. “En ik werd tweede, dus ik ben de grootste verliezer.” De vraag is echter of niet Robert Gesink de grootste verliezer is. Hij stapte voortijdig af. Zelf reageerde hij daar luchtig op.
Onze Man: “In Zwitserland vond ik hem ook niet sterk. Ik twijfel aan zijn vorm.’’ De redactie weet intussen dat Onze Man er ook wel eens naast zit.