Indieners van het burgerinitiatief om megastallen te voorkomen zijn niet goed geïnformeerd over de procedure, behandeling en uitkomst van het initiatief. Dat meldt Binnenlands Bestuur. Ook was er sprake van onjuiste verwachtingen. Dat blijkt uit de evaluatie van de verordening burgerinitiatief, uitgevoerd door de griffie in opdracht van Provinciale Staten Overijssel.
Uit de evaluatie blijkt dat onder meer over het spreekrecht onduidelijkheid bestond. Indieners van het initiatief hadden verwacht te spreken met Provinciale Staten, maar het burgerinitiatief is slechts bedoeld om onderwerpen op de agenda te zetten. Verder zijn die indieners niet uitgenodigd voor vergaderingen en zijn ze niet geïnformeerd over het Statenbesluit.
Drie jaar geleden werd de mogelijkheid tot het indienen van een burgerinitiatief ingesteld. Tegenstanders van de bouw van megastallen in Overijssel maakten hier direct gebruik van, maar Provinciale Staten deed volgens de evaluatie te weinig met het burgerinitiatief. Daarom is de groep een juridische procedure gestart tegen de Staten. De evaluatie heeft, ondanks dat er nog geen uitspraak is gedaan, al wel vast geëvalueerd.
De griffie concludeert dat het standpunt en het voorstel van de burger niet centraal zijn gesteld. Advies is om de verordening aan te passen en de invloed van burgers te vergroten. Het burgerinitiatief moet helder worden omschreven, zodat het niet op verschillende manier kan worden opgevat. Duidelijk moet zijn dat het niet gaat om het onderwerp op de agenda te zetten, maar dat het gaat om een concreet voorstel.
Ook moet helder zijn wat de indiener wil dat Provinciale Staten gaat besluiten. Tot slot moeten indieners van burgerinitiatieven voldoende spreektijd krijgen om hun initiatief toe te lichten. De provincie Overijssel heeft vastgelegd dat het besluit na ieder burgerinitiatief moet worden geëvalueerd.