Als voorbeeld noemde Nijboer de discussie van afgelopen maandag over de multifunctionele accommodaties in Nieuw-Heeten en Lierderholthuis. “Wethouder Hoge kreeg de volle laag. Deels omdat het een bar slechte notitie was. Deels door de manier waarop ze dat verdedigde. Maar Carla Hoge moest wel de kastanjes uit het vuur halen die er door CDA-wethouder Roger de Groot zijn ingelegd. Het MFA-dossier lag daarvoor vier jaar op het bureau van Roger. De vraag is: wat heeft hij er al die jaren meegedaan?”
Nijboer wees er op dat de CDA-wethouders na afloop van de roerige vergadering hebben aangegeven dat zij de MFA-nota, met de meest magere dorpshuisvarianten voor Nieuw-Heeten en Lierderholthuis, wél een goed stuk vonden. “Het is jammer dat dit in de media onderbelicht is gebleven. Het was bovendien, zo hoorde ik pas achteraf, een notitie die was samengesteld door een stuurgroep waar ook wethouder De Groot in zat. Waarom nam De Groot dan niet zijn verantwoordelijkheid door náást wethouder Hoge te gaan zitten, om het stuk te verdedigen, als wethouder financiën, als dossierkenner, en als medelid van de stuurgroep”.
Nijboer: “Heel handig roept het CDA dat ze wil samenwerken, maar feitelijk probeert ze zelf buiten schot te blijven. Voor het komend voorjaar verwacht ik hetzelfde patroon. Een CDA dat wacht totdat wethouder Hoge de bezuinigingen op bibliotheek, sport en cultuur moet gaan verdedigen, zodat zij weer de zwarte Piet krijgt. Terwijl het écht allemaal bezuinigingsplannen zijn die vooral uit de koker van het CDA komen.”
Wethoude Roger de Groot is echter niet onder de indruk van de kritiek van Nijboer. Dat De Groot naast Hoge had moeten zitten had volgens hem geen verschil gemaakt. “Dat doen we overigens nooit en dat weet de heer Nijboer. Zij is nu portefeuillehouder en voert het woord,” vertelt de wethouder.
Ook over de bewering van Nijboer dat het MFA-dossier vier jaar op zijn bureau zou liggen, is De Groot cynisch. “Ik ben nog geen vier jaar wethouder, dus zo lang kan het niet op mijn bureau hebben gelegen. Bovendien ben ik eerst aan de slag gegaan met het dorpshuis in Heino en heb ik me daarna gestort op de Dorpsplannenplus om de dorpsagenda vast te stellen. In oktober en november was alle informatie ingeleverd waarna het college er mee aan de slag ging. We zijn sinds 2009 bezig en sindsdien is er veel gebeurd.”