Het rekensommetje wordt in een mailwisseling tussen Van Kampen en de ambtenaar gemaakt. De kosten van de garage liggen jaarlijks op 150.000 euro: afschrijving 120.000, licht en onderhoud zijn goed voor een kostenpost van 30.000 euro. De baten van de garage zijn echter een stuk lager. De inkomsten van betaald parkeren in het ondergrondse zijn jaarlijks 25.000 euro, daarnaast brengt de Vereniging Eigenaren van het Schip en de Wal jaarlijks 2 mille in het laatje. Totale opbrengst dus 27.000 euro. De kosten van de garage komen dus jaarlijks uit op 123.000 euro.
Op de vraag ‘Deze kosten moeten we dan nog 22 jaar betalen mits het zo blijft?’, is het antwoord in de mail kort en stelling: “Ja.” De aanschafwaarde van de parkeergarage bedroeg ruim 1,9 miljoen euro. De huidige boekwaarde van de garage is volgens de ambtenaar van de gemeente 1,4 miljoen.
Tijdens de raadsvergadering diende de SP een motie in om het college van B&W opdracht te geven een verkoopplan voor de parkeergarage op te stellen. Dit voorstel werd uiteindelijk alleen door de SP gesteund. Wethouder Haarman ging ook tegen de beargumentatie van Van Kampen in. “De berekeningen zijn inclusief de afschrijving. Op termijn gaat hij voordeel opleveren.” Egbert den Daas dacht ook even praktisch met de SP’er mee: “Wie denkt u zo gek te krijgen om dat ding te kopen?” Ook het CDA, stemde net als alle partijen (op de SP na) tegen het voorstel: “Al verkoop je hem, dan zit je nog met de kapitaallasten.”