Iedereen moet zijn of haar favoriete sport kunnen kiezen. Dus ook de mensen met beperkingen. Gehandicaptensport noemden ze dat in het verleden. Tegenwoordig heet dat Aangepast Sporten. Ik blijf even het woord ‘gehandicapt’ gebruiken.
De overheid stopt veel, heel veel geld in het stimuleren van de gehandicapten om actief te sporten. Misschien terecht, misschien ook niet. Cijfers tonen aan dat van alle subsidies die in sportstimulering worden gestoken de respons bij de gehandicapten veruit het laagst is. In een kwart van de instellingen binnen de gehandicaptenzorg bijvoorbeeld, doet niemand aan sport. Het kan niet aan het beschikbare geld liggen. Waaraan dan wel? Geen idee. Misschien willen zij helemaal niet sporten.
Ik was in januari dit jaar bij het Sportgala in het Hoftheater en was zeker niet de enige. Integendeel. Een goed bezet theater, mede dankzij een enorme opkomst van leden van SAVAS, de lokale vereniging voor aangepast sporten. Hun idool Michel Tielbeke kon meerdere huldigingen tegemoet zien. Wereldkampioen en mede daardoor weer sportman van het jaar in de gemeente en daarvoor ook al de titel ‘Goudhaantje’. Naar de titels kijkende zou ik zeggen: terecht sportman van het jaar, zeker ook in aanmerking nemende de trainingsuren die hij er insteekt.
Nu de andere kant. Bij de gehandicaptensport zijn er nogal wat classificaties. Een logische zaak, want er zijn vele gradaties handicaps. U kunt zich daar allicht iets bij voorstellen. Op sommige onderdelen, vooral bij het zwemmen, zijn er per afstand, per onderdeel en per classificaties vaak zo weinig deelnemers, dat men finales samenvoegt om zodoende voldoende deelnemers te krijgen. Als ik uitslagenlijsten van finales zie per classificatie dan zie ik dat er in één finale twee gouden en twee zilveren medailles zijn uitgereikt. Er waren finales waarbij binnen een classificatie slechts één deelnemer was, die alleen maar de finish moest halen om de gouden medaille op te halen.
Het doet niets af aan de prestatie, maar het maakt naar mijn mening nogal wat uit of je goud wint in een veld van drie deelnemers of een veld van dertig of zelfs driehonderd deelnemers.
Gehandicapten die zichzelf overwinnen hebben per definitie goud verdiend. Ik heb wel heel veel moeite om de sportieve prestaties bij nauwelijks concurrentie te vergelijken met topprestaties die geleverd zijn met heel veel concurrentie. Ik meen me zelfs te herinneren dat ooit een team van SAVAS Nederlands kampioen waterbasketbal werd. Het toernooi werd gespeeld met vier teams, waarbij twee teams van SAVAS. Tja, dan wordt je al snel kampioen. En kampioen worden is leuk, maar was het echt een tòpprestatie?
En levert dit ook weer meer gehandicapte sporters op? Ik weet het niet. Ik hoop het wel, want ook deze mensen moeten vooral zoveel mogelijk gaan sporten. Niet met als eerste doel anderen te overwinnen, maar vooral zichzelf te overwinnen.
Aan het geld kan het niet liggen, want er is geen deel van de sport waar relatief zoveel geld in wordt gestopt. Ga maar eens een sportieve activiteit organiseren waarbij gehandicapten ook nadrukkelijk worden uitgenodigd. De subsidieverstrekkers worden al gauw week als je de gehandicapten of allochtonen als doelgroep hebt.
Heb jij een beperking? Ga sporten! Bij SAVAS, misschien wel ‘gewoon’ bij een ‘gewone’ club in een ‘gewoon’ team. Want je bent gewoon ‘gewoon’. En dat is SAVAS ook: één van de vele sportclubs in de gemeente, niet meer en niet minder.
Maar ja, wie ben ìk om dat te zeggen?
HAEN