Nee, eigenlijk hoeft een terugblik niet zo van de twee. Juist vanwege die zorgen. Maar ook omdat ze er niet echt zitten te wachten op de aandacht, maar een beetje aandringen doet wonderen. “Als je er maar met hoofdletters inzet dat we heel blij zijn dat ons personeel onze beslissing zo goed heeft opgevat”, stelt Gerda. “Ook nadat we bekend hadden gemaakt dat we gingen stoppen, hebben ze er geen moment met de pet naar gegooid. We zijn hun ontzettend veel dank verschuldigd. Net zoals altijd hebben ze een gigantische inzet getoond. We zijn blij dat de meesten al een nieuwe baan hebben gevonden. Dat is voor ons echt een opluchting!”
Met het afscheid van Harry en Gerda komt een einde aan een bedrijf dat al generaties lang in de handen is van de familie Jansen. Het was Harry’s vader Henk die in 1925 begon te werken bij het café van Herman Zwakenberg waar nu nog het partycentrum gevestigd is. In 1939 huurde Henk samen met zijn vrouw Anna Jansen de winkel met het café. Een jaar later kochten ze een deel van het bedrijf. De inkomsten bestonden uit de omzet van het café, de winkel, een kleine frisdrankfabriek en een kleine paarden- en varkenshouderij. De frisdrankfabriek werd in 1950 beëindigd. “De Keuringsdienst van Waren was komen kijken en vond de combinatie van varkens, paarden en de productie van limonadegazeuse in dezelfde schuur niet helemaal ideaal”, weet Harry zich te herinneren. Die gederfde inkomsten werden gecompenseerd met een groothandel in vruchtensappen. In 1960 lieten Henk en Anna een nieuw horecapand bouwen. De nieuwe grote zaal werd gebruikt voor feesten, dansmiddagen en –avonden en filmvoorstellingen. Harry en Gerda namen de zaak begin jaren zeventig over. In 1979 volgde de laatste grote verbouwing. Jansen ging verder als zalencentrum met bowlingbanen. “Maar daarna hebben we niet stilgezeten”, blikt Harry terug. “Dat kan ook niet in de horeca. Eens in de vijf jaar moet je de boel vernieuwen. Nieuwe meubels, nieuwe gordijnen en linnenwerk, dat staat nooit stil. Tuurlijk hebben we zorgen gehad, maar we hebben altijd wel onze weg weten te vinden. Toen we verder gingen als partycentrum, zaten we ook middenin een economische crisis, toen ging het ook niet vanzelf. En ja, de bruiloftsmarkt is kleiner geworden, maar daarvoor in de plaats hebben we wel andere markten weten te vinden.”
In de loop der jaren heeft het tweetal ook een enorme band opgebouwd met de vaste gasten. “We kennen mensen die hier hun bruiloft hebben gevierd en ook hun 12,5-jarig, 25-jarig, 40-jarig, 50-jarig en zelfs hun 60-jarig huwelijksfeest. Iedereen vindt het jammer dat we stoppen, maar heeft respect voor onze beslissing. Velen zijn hier de afgelopen weken speciaal naartoe gereisd om ons nog even een hand te schudden.”
Voor Gerda was het even wennen. Voordat ze trouwde, werkte ze als verpleegster. “Ik moest mezelf helemaal wegwijs maken in een nieuwe wereld, maar toch zijn er ook overeenkomsten tussen de zorg en de horeca. Je hebt in beide vakken met mensen te maken, beide sectoren zijn erop gericht om mensen een goed gevoel te geven. En zowel in de zorg als in de horeca heb je te maken met ongeregelde tijden, maar dat heb ik nooit als onplezierig ervaren. Ik ben absoluut geen type voor een acht tot vijf baan. Maar ik heb m’n draai helemaal gevonden. Het is prettig werk. De meeste mensen kwamen hier toch om iets te vieren!”
Gelukkig dat de goede gevoelens niet ondergesneeuwd zijn, want wat hebben ze gelachen. Met name de tijd dat ze nog achter de toog stonden in het café (dat eind jaren tachtig, begin jaren negentig de deuren sloot. “Maar dat kun je allemaal echt niet opschrijven”, grijnst Harry. Gerda: “Vroeger werd het Lemelervelds feest hier vlakbij gehouden. Dan was het één grote reünie, het hele terras zat vol! Dat was ook altijd één groot hoogtepunt!” Harry: “En laten we het carnaval ook niet vergeten!”
Ondanks dat het partycentrum de deuren sluit blijft de slijterij tot nader order nog wel halve dagen geopend.