Tien jaar geleden vond hij het allemaal nog maar niks. Dat geloop. Hij was net met de VUT. Maar na veertig jaar als internationaal chauffeur te hebben gewerkt voor het leger zocht hij een nieuwe uitdaging. “Mijn dochter vroeg me toen om met haar mee te trainen voor de vierdaagse. Ik was eerst niet zo enthousiast, ik vond het maar niks, maar uiteindelijk heb ik het toch maar een paar keer gedaan. Uiteindelijk haakte zij af omdat ze verkering kreeg en heb ik de vierdaagse in mijn eentje gelopen. Het was vreselijk zwaar. Maar afhaken was geen optie. Dat ben ik niet gewend, dat zit niet in mijn karakter. Maar nadat ik het gehaald had, dacht ik wel: ‘Dat doe ik nooit weer’. Al die blaren, al die ellende… Maar toen ik het jaar erna in januari weer de opgaveformulieren kreeg opgestuurd, dacht ik ‘ach…’ Toen was ik de ellende allang weer vergeten en dacht ik er alweer met plezier aan te terug. En sindsdien ben ik elk jaar van de partij.” Zijn vrouw Jansje doet niet mee. Haar niet gezien. “Nee, als Henk weg is, ben ik lekker vrij”, lacht ze.
Henk loopt gemiddeld zo’n een keer per week een afstand van circa twintig kilometer. In de omgeving van Olst, maar ook verder weg. “Mijn grote passie is onze boot”, vertelt hij. “Daarmee trekken we er regelmatig op uit. En als we dan ergens aangemeerd liggen, loop ik daar ook wel eens een rondje. Het liefst begin ik ’s ochtends rond een uurtje of vijf. Dan heb je nog wat aan de dag.”
Dat laatste is wellicht ook de oorzaak dat hij dit jaar met de dertig kilometer meedoet. “Vorig jaar zat ik bij de laatste startgroep. We kwamen telkens vreselijk laat binnen. Helemaal niet fijn. Het was ook slecht weer. Alles zat tegen. Daarom heb ik besloten om het dit jaar rustiger aan te doen. Maar soms heb je nou eenmaal jaren dat het allemaal niet wil. Nu het dichterbij komt, begint het toch weer te jeuken. Het is toch het besef hè, dat je dan bij de ouderen hoort. Misschien dat ik volgend jaar wel weer gewoon meedoe aan de veertig! Maar eerst maar eens zien hoe het dit jaar gaat.” Jansje valt hem bij: “De veertig kun je nog wel halen. Je bent er fit genoeg voor.”
De meest heftige herinneringen heeft Henk aan de Wandelvierdaagse van 2006. Die werd na één dag afgelast in verband met extreme hitte. Twee deelnemers overleden na afloop. “We liepen over de dijk naar Lent. Ik heb verschillende mensen gewoon zien omvallen. Die rolden zo de dijk af. Bewusteloos. Ook later in de stad nog. Maar verder overheersen de leuke dingen hoor. Het is heel indrukwekkend om al het publiek langs de route te zien. Al die mensen, al die steun. Je kunt je niet voorstellen wat voor een happening het is. Je kunt daar dan echt emotioneel van worden. En ik ben altijd weer trots als ik het gehaald heb!”
Een tip voor mensen die voor het eerst meedoen? “Zorg dat je vooraf voldoende traint. En geloof me, je traint al snel te weinig. Ik denk dat je vooraf moet zorgen dat je toch al zo’n 250 kilometer in de benen hebt. Conditioneel is het misschien best te doen, maar blaren zijn je grote vijand. Ik heb ochtenden gehad dat ik de schoenen met tranen in mijn ogen moest aantrekken. Je voeten hebben eerst gewenning nodig. Ik ken iemand die dacht het ook zonder al teveel voorbereidingen te kunnen. Hij was immers redelijk sportief aangelegd en had een goede conditie. Na een dag konden ze hem ophalen!”
Als je de Rode Kruis-wandelaars wilt sponsoren, kun je een kijkje nemen op staging2.rodekruis.nl.