Het Raalter bedrijf Q-Lise waakt over het onderhoud van de machines waarmee blikjes fris, bier of voedselwaren worden afgesloten. En dat is héél érg specialistisch werk. Ga er maar vanuit dat wanneer je deze zomer in dit land een blikje fris of bier van een A-merk lostrekt, het is ‘gefelst’ (het deksel er op is gemaakt) door een machine waarvan het onderhoud en de afstelling wordt gedaan door Q-Lise. “Het is voor ons heel erg moeilijk om geschikt personeel te vinden, omdat ons bedrijf zo weinig bekendheid geniet”, vertellen Jan Kappert en zijn zoon Niek, respectievelijk manager en engineer van Q-Lise.
Het werkgebied van Q-Lise beslaat het grootste deel Noordwest-Europa: Duitsland, Nederland, België en Frankrijk, maar de in totaal zes medewerkers moeten soms ook veel verder weg. Naar het middenoosten bijvoorbeeld. “Een artikel in de krant heeft voor ons weinig promotionele waarde”, stelt Jan, die het bedrijf zo’n acht jaar geleden oprichtte. “Onze dichtstbijzijnde klant zit immers 70 kilometer verderop. Maar we lopen constant tegen een personeelsprobleem aan omdat niemand weet wat we doen. Ook nu zijn we bijvoorbeeld op zoek naar een monteur. Dit is al geen werk dat voor iedereen is weggelegd. Met een negen tot vijfmentaliteit kom je bij ons niet ver. Je moet het willen om lange dage te maken, te werken op onregelmatige tijden en regelmatig in een hotel te overnachten. En dan moet je ook nog eens een partner hebben die dat allemaal accepteert.”
Voordat je daadwerkelijk zelfstandig als onderhoudsmonteur van felsmachines op pad gaat, volg je een lang en uitgebreid opleidingstraject. In de kleine werkplaats bij Q Lise aan de Kotterstraat in Raalte staan enkele demomachines waarmee nieuwe krachten aan de slag kunnen. Niek: “Er zijn ontzettend veel verschillende types felsmachines. Je moet ze allemaal leren kennen. Het duurt wel vijf jaar voordat je dat allemaal in de vingers hebt en je alle klussen aankunt.” Maar dat niet alleen, het werk is ook nog eens psychisch belastend, want er rust veel druk op de schouders van de medewerkers van Q-Lise. “Het felsen is een heel kwetsbaar onderdeel van het productieproces van blikjes. Als er iets mis is met de blikjes, en dat hoeft maar een deukje van een millimeter te zijn, dan wordt er het eerst naar het felsproces gekeken. Wij komen dan meteen langs. Elke minuut dat zo’n machine stil staat, betekent een vertraging in het productieproces en dat gaat om grote bedragen. Aangezien een groot deel van onze klanten voor A-merken werkt, zijn de eisen ook nog eens enorm hoog!”
Q-Lise is 24 uur per dag, zeven dagen per week bereikbaar voor de klanten. “Dat moet ook”, stelt Jan. “Helemaal omdat er tegenwoordig vaak gebruik wordt gemaakt van blikjes van erg dun materiaal. Elke gram reductie op het materiaal is een grote kostenbesparing. Maar dat zorgt er ook weer voor dat de blikjes steeds kwetsbaarder worden voor fouten in het productieproces. En dat houdt dus ook weer in dat er nog hogere eisen worden gesteld aan ons. Daarom volgen we altijd zeer nauwkeurig de procedures! Van elke machine leggen we de data vast, het zit ‘m soms in de afstelling vast op een honderdste van een millimeter. Dat is allemaal nodig, als er zich blokkades voordoen, kijkt men immers het eerst naar de sluiter van het blikje. Wij zijn altijd het haasje. Ja, veel mensen hebben geen flauw idee wat er allemaal bij komt kijken voordat ze hun blikje fris kunnen lostrekken.”
Niet iedereen zal een dergelijk baan ‘op de wilde vaart’ willen, maar voor sommige mensen is het een droomjob. Want saai wordt het niet snel, je komt op veel verschillende plekken en je maakt veel mee. Jan: “En zo leer je ook dingen over andere culturen. Ik weet nog dat ik een keertje naar een Arabisch land moest. Dan denk je dat je daar geen alcohol kunt krijgen, maar geloof me, echt wel!” Niek: “Ik moest een keer naar Algerije. Stond ik daar om negen uur ‘s ochtends in de fabriek. Of ze ook koffie hadden. Nee, daar deden ze daar niet aan. Ze hadden niks anders dan bier!”
Hoewel Q-Lise zich vooralsnog grotendeels richt op Noordwest-Europa sluit Niek niet uit dat het werkgebied in de toekomst verder wordt uitgebreid. “In ons vakgebied gaat het er ook om wie je kent. Wij hebben een goede naam en we kennen daardoor ook veel mensen in de top. Op het moment dat iemand uit de top van het bedrijf een overstap maakt naar een ander bedrijf in dezelfde branche, heeft hij of zij onze naam nog steeds in zijn telefoon staan. Zo kan het maar ineens gebeuren dat we weer gevraagd worden voor een klus aan de andere kant van de wereld!”