De Dukes vervolgen hun reis voorspoedig door Afrika. Tot nu toe met niet teveel autopech. Tot nu toe… Want het verslag van vandaag staat bomvol met autopech.
Zaterdag 13 maart
Na het opstaan en het inpakken van de auto’s is het ontbijt genuttigd in de vorm van stokbroden. Heerlijk harde en prettig uitgedroogd, want we waren zo slim geweest om die de vorige avond al te halen. Snel even de auto’s aftanken om de laatste Mauritanische pegels (om ze zo maar even te noemen) op te maken en in de rij gaan staan om in konvooi te gaan vertrekken. Begin van de dag was dan ook rustig. Weinig checkpoints waar we moesten stoppen en nog minder problemen met de auto’s. Was dus te mooi om waar te zijn.
Na een paar uur rijden viel tijdens een stop voor het eerst sinds lange tijd de oliedruk van de Mercedes weg, althans dat gaf de meter aan. Korte paniek, maar niks aan de hand. Elektrische storing. Zout water maakt meer kapot dan je lief is. Hadden de vorige middag trouwens nog wel ons best gedaan de motoren te spoelen met zoet water om het zoute water van de vorige dagen weg te spoelen. Maargoed, weer onderweg. Nog geen uur later blijkt dat de Pajero van de Zandhazen toch echt problemen met de dynamo heeft. Deze laadt niet meer bij en de accu is volledig leeg. De auto stopt er mee, en na een korte kijkoperatie door de Zandhazen en Chris-Jan van de Patrol wordt besloten om accu’s te wisselen waardoor er toch doorgereden konden worden.
Echter tijdens deze stop van een half uur hadden zich heel wat kinderen en vrouwen rond de auto’s verzameld en waren de benz- mannen op het idee gekomen om ballonnen uit te gaan delen. Gekte alom, en grootste pret voor Dikke Gerrie, Coby, George en Corny die aan het uitdelen waren. De pret werd echter bijna gestokt door een aanrijding waarbij het echt niet veel scheelde of er was voor onze eigen ogen een vrouw met kind verongelukt. Het kind had kort daarvoor aan de kant van de weg waar onze auto’s stonden geparkeerd een ballon gekregen tot grote onvrede van moeders. Deze kwam van de andere kant de weg overgestormd om haar kind mee te sleuren terug naar de hut. Dit alles zonder het verkeer op de weg in acht te nemen en daarmee een aankomende auto volledig over het hoofd te zien. Door het uitwijken van de man in het voertuig, wat deze bijna moest bekopen met een plek tegen een dicht bijzijnde boom, kwam de vrouw met de schrik vrij. Zij niet alleen. Wij ook!! Gelukkig voor de rest van de rally liep het met een sisser af. Toch weerhield dit ons er niet van om de kinderen die nog bij de auto stonden ook de beloofde ballonnen uit te delen, maar dit keer wel met extra acht op de veiligheid, ook al was het niet de onze.
[i]Na een half uur zoals gezegd vervolgden wij onze route om kort daarna aan te komen bij het punt waar het konvooi zich zou splitsen. De ambulance zou met de schoolbus en het kleine schoolbusje de asfalt route vervolgen om daar met de ferry naar de grensovergang te gaan. Wij zouden met de rest van de auto’s binnendoor via een zandpad naar de grenspost in Diama rijden. Ruim 100 km zandpad wel te verstaan en ook niet met zo’n luxe als we hier in Nederland gewent zijn. Na kort overleg en briefing en het sleepraedy maken van de Rocky van Viola en Björn vervolgden we opnieuw de reis. De Rocky had de koppeling er volledig uitliggen en kon niet meer verder rijden zonder hulp. Deze kwam, van de Dukes wel te verstaan in de vorm van een machtige 4×4 die zich de gehele reis al super had gedragen. De pajero werd voor de Rocky gespannen en gingen als tweede in de stoet de zandweg betreden. Geen centje pijn voor de brute auto. Was mooi om te zien hoe de auto zich hield. Zeker met de lange rit nog voor de boeg. Nadat het eerste stuk van het zandpad er heuvelachtig was, was het tweede gedeelte vooral rijk aan gaten. Nou ja, de weg was rijkelijk gevuld met gaten, ook van een formaat waar je u tegen zegt. Maar het ging goed en ook de temperatuur bleef laag. Na zeker ruim twee uur rijden met gemiddeld denk ik 40 km per uur kwamen we bij de eerste corrupte agent van die dag. Hij wou geld vangen voor het rijden door het reservaat, niet dat wij daar ooit iets van gemerkt hadden, want het landschap dat we hadden gezien en de weg die we hadden bereden was zeker geen geld waard. Eerder geld toe om de schade aan de auto’s te kunnen betalen. Toch werd die man een klein bedrag geschonken waarna wij verder konden. Of toch niet. Tijdens deze stop hadden we besloten de Pajero even rust te geven en de motor uit te zetten. Niet vermoedende dat deze niet meer wou starten. Wel hadden we al gemerkt dat de radio het had begeven, de ramen langzamer naar boven gingen en er meer elektrische problemen waren, maar dit hadden we niet verwacht. Ook een dynamo probleem. Zal wel een Pajero kwaaltje zijn. Niet ernstig maar wel lastig. Zeker op een saaie weg waar je dan ook geen radio meer hebt. Startkabels boden de uitkomst en rijden maar weer.
Kwartiertje later aangekomen bij de grenspost in Diama. Het gebruikelijke recept. Betalen, nog meer betalen, papieren afgeven, water drinken, insmeren, klein stukje rijden, weer betalen en vrouwen en kinderen bij je auto weg zien te houden. Owja, vergeten we natuurlijk te vertellen dat we moesten wachten. Ja, we moesten ook weer wachten. Wij hebben de klok en zij hebben de tijd, een uitspraak die ons hielp het wachten te relativeren. Toch, het bood ons de eerste keer wel even de gelegenheid om de dynamo te testen en de accu te verwisselen. Maar om verder nog te werken was het echt veels te warm. Gelukkig duurde het niet asociaal langer dan de andere grensposten en om een uurtje of vier vervolgend wij onder begeleiding van de gids onze reis in Senegal, naar St. Louis. Onderweg viel ons gelijk op hoe goed de weg was, echt een verademing met het begin van de dag, maar laat ook zien hoe krom het eigenlijk allemaal is.
Zandweg en asfalt, zo kort bij elkaar en zo verschillend. Raar. De Pajero reed nog steeds met het sleeptouw. Ging nu op het asfalt weer lekker makkelijk. Nog een controle gehad waar ze lastig deden en toen de grote stad in. Ook echt groot!! En druk, niet normaal zo druk. Verkeersregels kennen ze daar echt niet, het rijdt maar rond en doet maar wat. Wij er tussendoor. Heerlijk, gewoon overal je auto voorgooien, maar niet met sleeptouw, dan ben je ook verantwoordelijk voor degene die achter je zit. Gekkenhuis dus, maar met alarmlichten en handgebaren konden we de gids volgen. St. Louis blijkt een van de grotere visserssteden van Senegal en dat hebben we geweten. Echte visstank mee gemaakt en je weet niet wat je ziet. Alles ligt op straat en het ziet er gewoon vies uit. Nadat we dit tafereel voor een kwartier langs dezelfde weg hadden aanschouwd konden we de parkeerplaats opdraaien van de camping/hotel waar we gingen overnachten. Gelukkig. Pajero had de ruim 320 km zware dag overleefd en hoe!!! Alleen een kapotte dynamo. Benz was helemaal topfit. Snel bleek er bier te zijn. Zeer welkom. Even de camping geregeld en tenten opgezet. Bij de buitenbar het eten gemaakt door onze kok George die dat weer voortreffelijk deed, bruine bonen en soep in een halfuur. Lekker toch. Dit alles ook onder genot van een pilsje.