de dalfser methode van leo elfers

“In eerste instantie was men geschrokken”, vertelt Leo Elfers, nu nog burgemeester van Dalfsen, over de reacties die hij kreeg naar aanleiding van zijn recente aankondiging dat hij met ingang van 16 februari waarnemend burgemeester zal worden van Steenwijkerland. “Op bestuurlijk en ambtelijk niveau hoorde ik vaak: ‘Hoe kun je dat nou doen?’ Maar daarna waren de reacties meer dan hartelijk. En daar ben ik ook heel dankbaar voor. Men vindt het jammer maar gunt me een dergelijke afsluiting van mijn carrière!” Twintig jaar is ie burgemeester geweest van Dalfsen. Een gesprek.

“Waarom? Die vraag hebben al meer mensen me gesteld en ik kan ‘em me ook heel goed voorstellen. Je kiest met zo’n overstap immers niet voor de gemakkelijkste weg… Maar ik was al van plan om aan het einde van dit kalenderjaar te stoppen. In januari 2010 word ik immers 65 en dat leek me een geschikt moment. Die beslissing was bij ingewijden hier op het gemeentehuis al bekend. Maar dat het zo is gelopen, is voor mij ook een verrassing. Maandag 18 januari kreeg ik een telefoontje van de Commissaris van de Koningin Jansen. Hij deed een dringend beroep op me om waarnemer te worden in Steenwijkerland. Burgemeester Apotheker was namelijk vertrokken naar Sneek. Jansen vond mijn profiel goed passen bij de functie in Steenwijkerland. Ik had vier dagen om te beslissen. Steenwijkerland is wat de gemeente betreft een stukje ingewikkelder dan Dalfsen. Hier hebben we een heel stabiele gemeenteraad met vijf partijen. In Steenwijkerland zijn het er nu negen en na de komende gemeenteraadsverkiezingen misschien zelfs elf. Dat is hele andere koek! Steenwijkerland is wat grootte en inwonersaantal betreft ook nog eens veel grotere gemeente. Het klinkt cliché, maar het leek me een enorme uitdaging om daar mijn carrière af te sluiten! Ik blijf wel gewoon in Dalfsen wonen. Ik voel me hier helemaal thuis.”

“Het bestuur van Dalfsen kenmerkt zich door frisheid en energie, maar dan wel op basis van stabiliteit. De aanloop naar de herindeling met Lemelerveld zie ik als de meest spannende tijd uit mijn carrière. Daar kwamen nogal wat emoties bij kijken. Ook Ommen was in de race. Zowel Dalfsen als Ommen zou als het Lemelerveld kreeg boven de achttienduizend inwoners komen. Dat zou voor beide gemeenten een enorme financiële impuls betekenen. Vanaf achttienduizend inwoners krijg je immers een veel grotere bijdrage vanuit het gemeentefonds. Wij hebben ‘gewonnen’. Maar het tekent de goede verhoudingen dat ik naderhand gewoon mocht optreden als waarnemend burgemeester van Ommen. De fusie met Nieuwleusen verliep eigenlijk soepel. Het was daarbij zaak om het vertrouwen te winnen. Je moet geen enkele kern vergeten. Allemaal hebben ze hun bijzonderheden. Om dat eigen karakter van de kernen te behouden, hebben we veel moeten investeren! Geen prestigedingen hoor, ik vind dat je goed met je geld moet omgaan. Ook in Lemelerveld is er veel gebeurd. De N348 zorgt ervoor dat het dorp in tweeën is verdeeld. Ik denk dat we erin geslaagd zijn om er meer een eenheid van te maken met het Kroonplein als centrum. Het is een bijzonder dorp dat Lemelerveld. Het is er heel erg levendig. Ze hebben de kunst van het feestvieren enorm goed ontwikkeld, ha ha!”

“Het dieptepunt vond ik de persoonlijke tragedies die zich in deze gemeente hebben voorgedaan. Zelfmoorden, dodelijke verkeersongelukken. Maar het is erger geweest. Toen ik begon hadden we meestal enkele keren per jaar per kern te maken met verkeersslachtoffers. Ik ben altijd bij de nabestaanden op bezoek geweest. Maar nu hebben we overal drempels en duidelijkere voorrangsregels. Er rijden meer discobussen. Die zorgen voor nadelen, daar ben ik me heel erg van bewust, maar uit de cijfers blijkt dat het nu veiliger is.”

“De nationale sport van Nederland is mopperen. De overheid is daarbij een gemakkelijk slachtoffer. Die heeft immers met alle facetten van het maatschappelijk leven te maken. Alles wat afwijkt van het goede krijgt de aandacht, het goede juist niet. De media zijn ook erg toegespitst op dat wat mis gaat. Wat dat het betreft is het bij de overheid net andersom als in het bedrijfsleven! Met dat wat goed gaat, maak je reclame, dat wat slecht is, houd je stil. Dus als ik zeg dat het bestuur in Nederland doorgaans bestaat uit goed opgeleide deskundigen zal dat op onbegrip stuiten, maar meen ik het wel!”

“Ik ben me ervan bewust dat veel ondernemers klagen over de regeltjes in Nederland, maar volgens mij valt het allemaal nog wel mee. We hebben de ondernemers hier jarenlang gevraagd van welke regels ze graag afwilden en daar hebben we eigenlijk nooit reacties op gehad. We hanteren hier voor de bouwwereld ook zoiets als ‘De Dalfser methode’. Bij bedrijven die zich daarvoor aanmelden, controleren we minder, maar dan willen we er wel van op aan kunnen dat men zich aan de regels houdt. Als dat niet zo blijkt te zijn, krijg je een eerste en laatste waarschuwing en bij herhaling ga je van die lijst af en krijg je wel weer alle controles. De aannemers hier vinden het ontzettend prettig. Deze constructie is in de bouwwereld landelijk bekend!”

“We leven in een complexe, dichtgeregelde samenleving. Iedereen heeft een hekel aan regels, maar als de eigen situatie in het geding komt, dan doet men er maar wat te graag een beroep op. Daarnaast heb je hier sinds de jaren zestig ook de trend van de individualisering. Iedereen heeft zijn rechten. Maar ik denk dat we er misschien hier en daar mee doorgeschoten zijn. Die rechten horen in alle redelijkheid te gelden, maar soms zie ik hier ondernemers die het leven wel érg lastig wordt gemaakt! Dat je het recht hebt om bezwaar te maken, ja, maar ik vind niet dat je er als burger altijd maar mee moet schermen!”

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.