“Te vroeg om te praten over het plaatsen van windmolens” zegt de Dalfser PvdA-fractievoorzitter Wiltvank in reactie op een plan van de provinciale PvdA die gemeenten wil verplichten windmolen-parkjes aan te leggen. Arno van Dijk van het Dalfser CDA haalt Wiltvank links in met: “Ik geef de provinciale PvdA graag gelijk”.
Overijssel heeft zich verplicht grote hoeveelheden stroom met windmolens op te wekken. Om aan de afspraken te voldoen moeten er provinciebreed zo’n 37 grote windturbines neergezet worden. Maar de windmolenparken komen niet van de grond omdat gemeenten geen vergunningen afgeven. De PvdA van de provincie Overijssel is dat zat. “Het speelkwartier moet maar eens afgelopen zijn”, zegt Jan Jaap Kolkman. “De provincie moet zijn verantwoordelijkheid nemen. We moeten gemeenten gaan dwingen vergunningen af te geven.”
Wiltvank is daar niet blij mee. Maar Van Dijk wel: “Ik geef de provinciale PvdA graag gelijk. Want afspraak = afspraak. Als die windturbines niet snel gerealiseerd worden haalt Dalfsen de afgesproken doelen met betrekking tot CO2-neutraliteit niet en dat zijn heel belangrijke afspraken. Willen we daar nu alweer onderuit, dan moeten we fors compenseren op ander gebied. Helaas liggen de alternatieven nog niet voor het oprapen.
De Dalfser gemeenteraad heeft in 2008 unaniem besloten dat er vier windturbines kunnen worden geplaatst in Nieuwleusen-West. Inpassing door de provincie is zeer op zijn plaats omdat de vergunningverlening al veel te lang duurt. Weer een voorbeeld van veel te lange en ingewikkelde procedures. Dat kan en moeten we veel simpeler organiseren.
Het Dalfser college van B&W is met de provincie Overijssel in november 2009 overeengekomen dat zij uiterlijk dit jaar een aanvullend voorstel aan de gemeenteraad zal voorleggen. Dit om verdere uitbreiding van windenergie in de gemeente Dalfsen door vestiging van een nieuw windpark (minimaal 4 turbines van 3 megawatt) mogelijk te maken en planologisch nader uit te werken. Hopelijk neemt de provincie daarbij vanaf het begin de regie in handen.
Zo komt het misschien toch nog goed met de verduurzaming van onze energievoorziening en kan ik mijn kinderen recht in de ogen kijken als ze vragen: “Wat deed jij er aan?”