Wat het Waterschap toch allemaal aan het uitgraven is langs weteringen, soms tot halverwege het weiland in? Dat noemen ze retentiegebieden, gebieden die onder water mogen lopen als het water te hoog komt te staan. Op den duur lijken er allemaal mooie natuurgebiedjes te ontstaan. En dat is ook zo, want er zijn inmiddels bijzondere diertjes en plantjes ontdekt.
In tijden van veel neerslag worden de waterbergingen gebruikt om water ter plaatse vast te houden. Door het water te bergen in het gebied waar het valt, wordt overstroming van lager gelegen gebieden tegengegaan. Daarnaast kan met het vastgehouden water in droge periodes het grondwaterpeil op het juiste peil worden gehouden. Dit voorkomt verdroging van de grond en gewassen.
De aanleg van waterbergingen wordt vrijwel altijd gecombineerd met natuurontwikkeling. Veel en bijzondere soorten flora en fauna kunnen zich vestigen in deze ‘natte natuur’. Dat gebeurt met succes, zo blijkt. In diverse waterbergingen van Groot Salland zijn bijzondere planten en dieren gespot.
Waterbergingen hebben vanaf de aanleg een grote aantrekkingskracht op vogels. In het voorjaar broedt in net gegraven bergingen op zand vaak de Kleine plevier. In het najaar worden er veel trekvogels gespot, zoals de Zwarte ruiter, Groenpootruiter en Kanoetstrandloper. De bergingen zijn dan nog vrij open en slikkig. De vogels maken een tussenstop om even bij te tanken. Ook in wat oudere bergingen die al begroeid zijn, worden steeds vaker bijzondere soorten gezien, zoals de Zwarte ooievaar, Kleine en Grote zilverreiger en dit jaar zelfs de Kraanvogel.
Aan deze ontwikkelingen is te zien dat waterbergingen ook voor de vogels een positieve uit werking hebben. Naast vogels komen er tevens veel bijzondere planten voor, zoals Ronde zonnedauw, Kruipende Moerasscherm, Moeraswolfklauw en Rietorchis. Zo werkt het waterschap niet alleen aan veiligheid tegen wateroverlast en droogte, maar zorgt het er tevens voor dat er kan worden genoten van water.
Meer foto's



