De heren van het tractorpullingteam Black Cat uit Lemelerveld zijn grotendeels afkomstig uit de wereld van de autorodeo, maar de pk’s van al die oude brikkies waren op een gegeven moment niet meer voldoende. En daarom startten Wim Holsappel, Wilfried Vledders, Gerrit Logtenberg, Henk Beumer en Frank Velthuis in 1992 met hun eigen tractorpullingteam. Inmiddels zijn ze jaren ervaring rijker en hebben ze net een nieuwe tractor in elkaar gezet. Een tractor die hen op termijn naar de top van de Nederlandse tractorpullingwereld moet brengen.
Ze komen er mee uit in de hoogte divisie van de NTTO, de 3,5 ton vrije klasse. In de personen van Mario Spijkerman en Jaap Groenewold hebben de heren technici net twee nieuwe leden gevonden. Zij zullen zorg dragen voor de pr en de hospitality tijdens wedstrijden. De motor van de nieuwe tractor is opgebouwd uit drie motorblokken van elk 1.700 pk. Deze zijn afkomstig uit dragracers. Voor een vierde en vijfde motor, die er in de loop van de komende jaren bij moeten komen, is zelfs al ruimte gereserveerd. “We hebben dit seizoen drie wedstrijden gehad”, vertelt Wim. “En alle drie de keren zijn we als zevende geëindigd. De eerste proef was meteen een full pull!” “We zien dit als een leerjaar”, vult Henk aan. “We moeten de motors leren kennen. We zijn nu druk aan het experimenteren met gewichten. Elke wedstrijd is de afstelling weer anders. We gaan nu ook nog niet helemaal voluit. Dat willen we het volgende seizoen pas doen!”
Het begon allemaal in 1992. Wim en Gerrit waren de autorodeosport een beetje zat. “We deden zo vaak mogelijk mee en gingen ook vaak kijken, maar op een gegeven moment hadden we het allemaal wel gezien. We wilden meer pk’s onder de kont. Een auto voor een autorodeo gebruik je bovendien maar één keer. En je moet er wel elke keer een hoop werk in steken. En zo kwamen we uit bij het tractorpulling. Dit is veel heftiger!”
Bij wijze van proef probeerden de heren, aangevuld met Wilfried, Henk en Frank, zelf een tractor te bouwen voor de vrije klasse. “Het was een enorm leerproces. Het lukte wel om de tractor te maken, maar goed lopen deed ie niet. Daarom hebben we hem in ’93 te koop aangeboden en een tweedehands gekocht. Het was rijden, rijden en nog eens rijden. Puur ervaring opdoen. We probeerden zoveel mogelijk wedstrijden te pakken.” De tractor werd al met al zo’n vijf keer volledig verbouwd. In 1996 deden ze de tractor van de hand en bouwden ze zelf weer een volledig nieuwe. Daarmee reden ze door tot in 2007. “Onze hoogste notering op een Nederlands toernooi was vierde. Op het NK zijn we nog een keer vijfde of zesde geworden. In Duitsland hebben we nog een keer de derde plaats bereikt!”
De oude tractor werd verkocht aan een Noors team en de heren wilden een nieuwe aanschaffen. Maar dat duurde een tijdje. “We kregen de financiën niet rond”, vertelt Wilfried. “Je kunt een sport als deze niet beoefenen zonder sponsoren. De vorige tractor had zo’n 2.500 tot 3.000 pk en de huidige drie keer 1.700. Deze tractor kostte een ton meer dan de vorige. Uiteindelijk hebben we een sponsor gevonden in Horticoop, een leverancier voor kwekerijen. Net voor de kredietcrisis hadden we het rond. Toen we de onderdelen en de motorblokken wilden kopen in Amerika, konden we ook nog eens flink profiteren van de lage dollarstand.”
Daarna duurde het ook nog even voordat alle onderdelen daadwerkelijk in Lemelerveld waren beland. “We zijn wel een jaar bezig geweest om de nieuwe tractor te bouwen, maar daarvan hebben we wel een half jaar gewacht”, vertellen de heren. Duizenden uren hebben ze erin gestoken. Doorgaans zitten ze twee tot drie avonden in de week te sleutelen, maar de laatste weken als het maar eventjes kon elke avond. “Je begrijpt dus dat het thuisfront er wel achter moet staan als je deze sport wilt beoefenen!”