Een superkoor? Dat was nooit de bedoeling. “Je zult ons nooit in het tv-programma Korenslag zien”, lacht Gait Horenberg, secretaris van het Luttenbergse straatkoor De Stroatkjals. “Het gaat ons om het plezier”, voegt voorzitter Herman Korenromp toe. “Ons plezier en dat van het publiek. Mensen vermaken. En natuurlijk ook zorgen voor een redelijk stukje kwaliteit.” De 23 heren en één dame grijpen de komende editie van het Musicale Landleven aan om hun 12,5-jarig bestaan te vieren.
Het is snel gegaan met de Stroatkjals. Het koor heeft zich in die 12,5 jaar weten te ontwikkelen tot een veelgevraagde gast bij braderieën, beurzen, verzorgingshuizen, verjaardagsfeesten en vele andere gelegenheden. “Per jaar treden we zo’n 35 tot 40 keer op”, vertelt Korenromp. “En dan moet je rekenen dat we elk jaar ook nog eens zo’n twintig aanvragen afwijzen. Want het is en blijkt in eerste plaats hobby en zo vaak willen we gewoon niet optreden. We proberen het publiek zoveel mogelijk te laten meezingen en meedoen. En dat lukt doorgaans prima. We richten ons ook op een wat ouder publiek en dat kent al onze liedjes wel. Zelfs in ziekenhuizen is het ons wel eens gelukt om een groot aantal patiënten in de polonaise te krijgen!”
Het begon allemaal met Korenromp. Als bezoeker van het Dahliacorso in Lemelerveld zag hij zo’n dertien jaar geleden een optreden van De Flagellanten. “Toen dacht ik: ‘Wat die lui kunnen, dat kan ik ook’. Daarna heb ik verschillende mensen uit Luttenberg benaderd en die waren ook enthousiast. Geert Velderman, Jos Veldhuis en Frans Cremer (de laatste twee zijn inmiddels geen lid meer, redactie) en ik hebben op 5 januari 1997 het koor officieel opgericht bij mij thuis in de woonkamer.”
De leden van De Stroatkjals variëren in leeftijd van eind 20 tot eind 60. Het koor stelt geen enorm hoge eisen aan nieuwe leden. Een plezierig karakter en een redelijke stem, zijn de enige toelatingscriteria. “Het koor heeft in de loop der jaren op de meest vreemde plekken gestaan. “Ik kan me een spontaan optreden herinneren in het Friese dorp Grouw”, vertelt Korenromp. “We waren gewoon een dagje uit met elkaar. We liepen door het dorp en langzaam maar zeker begonnen we samen te zingen. We hadden onze tenues niet eens bij ons, alleen maar onze bodywarmer. Uiteindelijk zijn we in een muziekkoepel beland en binnen de kortste keren stond het er vol met publiek. Het duurde maar even, maar het was heel spontaan en heel mooi!” Natuurlijk hebben ze het ook wel eens anders meegemaakt. “We hebben wel eens in feesttenten gestaan waar we dus echt niet doorkwamen. Dan sta je gewoon niet op je plek!”
Dinda Marsman uit Raalte is accordeonist/penningmeester en het enige vrouwelijke lid van De Stroatkjals. Maar dat maakt haar verder niet uit, ook al heeft ze wel eens met haantjesgedrag te maken. “Maar als je haar man kent, dan snap je wel dat ze geen moeite met ons heeft”, grapt koorlid Ben Knobben. “Het bevalt gewoon heel goed”, lacht Dinda. “Drie jaar geleden kwam het koor zonder accordeonist te zitten en het leek mij gewoon erg leuk om mee te doen. Dat ik een vrouw ben, was geen enkel probleem.” Horenberg: “Eerst was nog het idee om onszelf De Stroatkjals Plus te noemen, maar in overleg met Dinda is het gewoon De Stroatkjals gebleven.”