De uiterwaarden en de winterdijk tussen Olst en Diepenveen zijn de laatste tijd erg in trek. Niet zozeer bij de mens, maar bij vele tientallen mollen. De uiterwaarden zijn namelijk bedekt door honderden molshopen. “De mollen gebruiken oude paden die naar de dijk lopen om hoger en droger te komen, zoals hier op de hoek tussen de Rijksstraatweg (N337) en de Randerstraat”, legt een enthousiaste bezoeker van Salland Centraal uit.
De mol, sinds maart 2005 geen beschermde diersoort meer in Nederland, graaft altijd in het voorjaar diep in de grond een centrale ruimte met verschillende gangen. Deze gangen worden voornamelijk door vrouwtjes gegraven en bieden de mannetjes – die zelf ook wel graven – in paartijd (februari-april) een uitstekende mogelijkheid om naar een vrouwtje op zoek te gaan. De gangen zijn ongeveer vijf centimeter breed en kunnen tot wel tweehonderd meter lang zijn.
De uitgegraven grond wordt gedeeltelijk gebruikt om de wanden van de gangen en ruimtes mee te verstevigen, het overtollige wordt door de achterpoten naar achteren en naar boven gewerkt, waardoor aan de oppervlakte de molshopen ontstaan. Door die molshopen en het volledige gangenstelsel onderhoudt de mol geen goede relatie met de mens. Vooral veehouders zijn niet gecharmeerd door de gaten, gangen en molshopen op hun grasvelden.