Het team Verkeer van de politie IJsselland heeft een nieuwe Top 20 van radarlocaties vastgesteld. Deze Top 20 wordt jaarlijks opgesteld en bestaat uit die locaties in de regio waar de meeste ongevallen met letsel plaatsvinden. Op deze manier dragen de radarcontroles wezenlijk bij aan de veiligheid van de burger, het belangrijkste doel van het team.
Letselongevallen hebben een enorme impact op de slachtoffers en betrokkenen en raken direct het veiligheidsgevoel. Ook lopen de kosten voor de maatschappij vaak hoog op. Hoofddoelstelling van de verkeerscontroles is dan ook om het aantal ongevallen met letsel in de regio terug te dringen. En absoluut niet, zoals vaak wordt gedacht, om simpelweg geld te innen voor de politiekas.
De verkeersadviseur analyseert de ongevalgegevens en neemt op basis daarvan een beslissing. Is het ongeval gerelateerd aan snelheid? Dan is radarinzet gewenst. Ligt de oorzaak in het gedrag van de verkeersdeelnemer? Dan worden motorrijders of de videoauto ingezet. En blijkt de inrichting van de weg een probleem, dan zal de wegbeheerder worden ingeschakeld. “Er zit dus echt wel een idee achter de controles”, verduidelijkt Marc van den Broeke, assistent-teamchef Verkeer. “De middelen die we voor handen hebben, worden heel gericht ingezet.”
Uiteraard blijven ook de vaste controles op bekende plekken (flitspalen) onderdeel van de aanpak. Van den Broeke benadrukt echter dat de kracht van de aanpak in de combinatie zit: “In de loop der jaren wordt steeds vaker duidelijk dat je vooral slim moet handhaven als je echt het aantal letselongevallen wilt terug dringen. Men weet uiteindelijk precies waar geremd moet worden voor een flitspaal, om vervolgens het gas weer vol in te trappen.”
Derk Knoll, verkeersadviseur bij hetzelfde team, vult zijn collega aan: “Op de N348 bijvoorbeeld gebeuren relatief veel ongevallen. De roep om snelheidscontroles wordt dan steeds luider. Na analyse kan echter blijken dat veel ongevallen niet snelheidgerelateerd zijn en dat er helemaal niet structureel te hard gereden wordt. Op zo’n moment is meer inzet van bijvoorbeeld motorrijders of de videoauto een betere oplossing.”
Bij de radarcontroles wordt onderscheid gemaakt tussen twee groepen: Zogenaamde onderhoudslocaties, waar wekelijks radarcontroles plaatsvinden, en locaties met volledig toezicht. Laatstgenoemde locaties worden iedere dag gecontroleerd. In totaal betreft het twintig locaties. Daarvan zijn er tien ‘nieuwe binnenkomers’ ten opzichte van vorig jaar. De jaarlijkse updates bewijzen daarmee hun meerwaarde.