Als jochie van een jaar of 7 à 8 kreeg hij een boekje van zijn vader met daarin honderd karikaturen van bekende voetballers. “En dat was op de kinderen na, het mooiste geschenk dat ik ooit heb mogen ontvangen”, vertelt Huub Coenen (bijna 67) uit Olst. Want in dat boekje kwamen zijn twee passies samen: Tekenen en voetbal.
En die passies zouden een leidraad blijven vormen in zijn leven. Huub werd tekenleraar en had/heeft daarnaast een bloeiende carrière als karikaturist van bekende sporters. Tevens is hij nog steeds actief als jeugdtrainer. Zijn tekeningen verschijnen in meerdere bladen, ondermeer al vijftien jaar lang in de Telegraaf. Huub bezoekt vele voetbalwedstrijden voor zijn voorstudies. “Dan trakteer ik me op een halve wedstrijd sport kijken en een halve wedstrijd is dan studiewerk.” Om dat te illustreren, trekt Huub een lade van zijn werkbureau open. Vele tientallen, zo niet honderden aantekeningenblokjes komen te voorschijn. Allemaal vol met houdingstudies, korte typeringen en eerste aanzetten. En vervolgens thuis aan de slag.
“Een goede spotprent moet direct herkenbaar zijn en een aha-erlebnis opleveren”, vertelt hij. “Een karikatuur mag om te beginnen uit niet al teveel lijnen bestaan. Een stuk of elf, twaalf. Ik probeer altijd gezichtslijnen aan elkaar te koppelen, waardoor de tekening vloeiend wordt. Daardoor creëer je een bepaalde kracht, waarmee de tekening van het papier afspat! Daarvoor moet je kunst van het weglaten beheersen. Als je een karikatuur van iemand maakt, richt je je op de kenmerkende afwijkingen van het gemiddelde gezicht. Soms verklein je ze iets, of vergroot je ze.”
“Soms is het inderdaad niet mogelijk om een goede karikatuur van iemand te maken. Neem bijvoorbeeld Jan Everse, de trainer van FC Zwolle. Hij heeft een te gemiddeld gezicht. Het is nooit gelukt. Maar ook andere gezichten leveren problemen op. Kijk bijvoorbeeld naar president Obama. Wereldwijd zijn er tekenaars bezig om hem in de vingers te krijgen, maar ik moet de eerste goede nog tegenkomen. En dat terwijl je echt wel wat met zijn gezicht kunt. Zijn kin wijst heel erg naar beneden, hij heeft grote oren en brede neusvleugels. Het is de kunst om die afwijkingen in de goede verhouding te krijgen. Obama komt nog niet van het papier af. Een goede spotprent creëert een eigen werkelijkheid en die hebben we voor Obama nog steeds niet gevonden!”
“Een goede karikatuur hoeft niet meteen beledigend te zijn. Ik heb ooit, met mijn jonge onbezonnen kop, het is wel veertig jaar geleden, een minder vleiende spotprent gemaakt van de schaatsters Stien Kaiser en Carrie Geijssen. Die kwamen mij op het ijs achterna. Die had ik te grotesk neergezet. Vrouwen kunnen er soms toch wat anders op reageren dan mannen. Daar moet je ook respect voor hebben. Dat was een ‘eye opener’. Daarna heb ik bijna ook alleen maar lachende gezichten getekend. Nooit meer last gehad. Er zijn ook verschillende leuke contacten uit ontstaan. Toen Ankie van Grunsven moeder was geworden, mocht ik de geboortekaartjes tekenen. Dat heb ik ook gedaan voor Gianni en Marielle Romme.”
“De leukste reactie? Van Edgar Davids. Toen hij nog bij Ajax voetbalde en last kreeg van zijn netvlies moest hij een grote bril op. Ik heb hem toen getekend met een grote snorkel erbij. Die bril leek immers wel een duikbril. Het was een tekening in zwart-wit. Vlak voordat Ajax destijds een Europacupwedstrijd had, ben ik naar een training van de selectie geweest. Ik had vlak daarvoor Finidi George geportretteerd. Ik laat die tekeningen dan altijd aan de spelers zien. Kanu greep de krant waarin Finidi George stond van me af en ging alle spelers langs. Ook Davids kreeg die tekening te zien en liep vervolgens op mij af. ‘Heb jij die tekening van mij met die snorkel ook gemaakt’, vroeg ie. Ik ontkende het niet. ‘Nou, je wordt bedankt’. Vervolgens liep hij nog drie keer langs me heen. En telkens weer: ‘Nou, je wordt bedankt’. De vierde keer kwam hij weer langslopen en ik voelde me toen toch wel even iets geïntimideerd. Toen vroeg hij: ‘Heb je ‘m ook in kleur!’ Ha ha!”
Vanaf deze week staat er elke week een puzzel van de hand van Huub Coenen in de weekkrant van Salland Centraal. Een ‘zoek de tien verschillen’ waarbij de plaatjes zijn gekoppeld aan de actualiteit. De oplossing is later te vinden op de site van Salland Centraal.