the horse company neemt plaat op in texas

“Het heeft natuurlijk iets jongensdroomachtigs. Je mag al je bek open trekken in een bandje, men luistert er ook nog naar en dan ga je ook nog twee weken naar Amerika, helemaal de grote plas over, om je nieuwe plaat op te nemen. Rationeel gezien, stelt het niet zoveel voor, maar gevoelsmatig is het helemaal geweldig!” Vincent Hilberdink, zanger en gitarist van de Zwols/Luttenbergse band The Horse Company, heeft er zin in. Samen met zijn broer Arjen (ook zang en gitaar), bassist Arjan Pronk en drummer Jeroen Hobert vertrekt hij 30 januari voor twee weken naar Texas om daar hun tweede plaat op te nemen.

We treffen de bandleden in hun oefenruimte in Luttenberg. Een rokerig bruin hok. Tapijten op de vloer, Mariabeeldjes op de schappen, een poster van enkel naakte hippiemeisjes en een groot schilderij van enkele rennende paarden (de hoes van de eerste plaat) aan de muur en overal singletjes, cd-tjes en apparatuur. Echte praters zijn de heren niet, tenminste niet als de interviewer meeschrijft. De humor is droog. De vraag ‘hoe dat allemaal begonnen is met Amerika’ wordt beantwoord met een betoog over Columbus en Vikingen. Probeer de heren in een trend te plaatsen en je wordt afgekapt.

Want The Horse Company denkt niet al te veel na en de heren maken gewoon de muziek die er bij hen uitkomt. En dat Americana en seventies psychedelica het tegenwoordig goed doen in alternatieve muziekkringen, daar hebben ze niks mee te maken. En al helemaal niet met het feit dat elke zichzelf respecterende Amerikaanse band tegenwoordig één of meerdere ‘baarden’ huisvest. Arjan: “Je zou je baard er bijna om afscheren.” Dat sommige mensen zo’n drukte maken over hun tripje naar Amerika? Pfft. Het is allemaal geen ‘big deal’. “Het werd tijd om de tweede plaat op te nemen en dan duik je je platenkast in om te zoeken naar het geluid dat je wilt hebben”, stelt Arjen.

“Zo kwamen we uit bij The Echo Lab, een studio in het plaatsje Argyle, vlakbij Denton. Door de crisis en de lage dollarstand wordt zoiets ineens bereikbaar. Daarna hebben we contact gelegd met Matt Pence, hij is mede-eigenaar van de studio en ook drummer van Centro-Matic. Toen die band vorig jaar in Nederland was, zijn we langs gegaan en hebben we de boel verder kort gesloten. We krijgen nu wel eens commentaar in de trant van ‘dus jullie willen het in Amerika gaan maken’. Maar dat is echt niet de reden. The Echolab is een goede studio, met heel veel mogelijkheden, maar als ie hier om de hoek had gestaan, dan waren we gewoon in Nederland gebleven.”

The Horse Company maakt stevige rootsrock. Een mengelmoesje van alternatieve gitaarrock en country/folkrock. Hoe dat klinkt? Als een Neil Young die samen met Crazy Horse en Nirvana nummers van Bruce Springsteen en The Beatles speelt. Met de keuze voor de studio belanden de heren overigens in het epicentrum van dit zogenaamde Americanagenre. Het nabijgelegen Denton geldt als een vruchtbare voedingsbodem voor deze muziek. Zo komen onder andere The Drive By Truckers, The Drams, Slobberbone, Midlake en Centro-Matic uit de buurt. “Maar we gaan er niet naartoe om gasten op onze cd te krijgen die het goed doen op een cd-boekje”, vertelt Arjen. “Wat wel belangrijk is, is dat Denton een conservatorium heeft. Als we een dobro, strijkers of blazers nodig hebben, dan zijn die allemaal binnen handbereik.”

Zo’n veertien, vijftien liedjes zijn klaar. De heren hopen er zoveel mogelijk op te nemen in de twee weken die ze tot hun beschikking hebben. “We hebben heel veel ideeën die nog uitgewerkt moeten worden klaarliggen, maar daarvan hebben we er uiteindelijk maar eentje gebruikt. Alle liedjes hebben we in de afgelopen maanden geschreven. We zijn zonder al teveel na te denken aan de slag gegaan en het heeft heel veel mooie nummers opgeleverd.”

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.