‘Nederlanders drinken veel. Onze jongeren voorop. En hier op het platteland van Salland, Twente en in de Achterhoek, daar is het al helemaal een beestenbende.’ Die alom geldende opvatting blijkt eigenlijk helemaal niet te kloppen, zo zegt een onderzoek van het Centraal Bureau voor Statistiek. In Luxemburg zuipen ze het meest. In Zweden het minst. Nederlanders zijn matige drinkers.
Volgens het CBS zijn wij het ’matigheidseiland binnen Europa’. En dat blijkt rechtevenredig te lopen met de accijns op drank. Die is in Luxemburg erg laag, in Zweden heel hoog. Bij ons redelijk hoog. Het onderzoek gaat echter over drankverkoop en niet over gebruik. In Zweden zouden ze daarom wel iets meer kunnen drinken, omdat ze daar zelf ook nog wel eens een wijntje of een biertje willen brouwen. In Nederland is dat bijna niet aan de hand.
En als we specifiek naar onze jongeren kijken, dan kunnen al die alarmbellen volgens het CBS ook wel weer uitgezet worden. Hans Hoogervorst, toen die nog minister van volksgezondheid was, zei ooit dat onze jeugd ’de zuipschuiten van Europa’ waren. Dat is dus ook al niet waar. Namelijk 85 procent van de jongste jeugd (en die groep groeit) drinkt helemaal niet. De resterende vijftien procent drinkt altijd nog minder dan volwassen Nederlanders.