“Het is een cliché, maar het is inderdaad een jongensdroom. Hoeveel jochies willen wel niet profvoetballer worden. Ik als kind in elk geval wel. Maar nu ben ik het. En weet je, je groeit er langzaam in. Het gaat stapje voor stapje. En dan vergeet je wel eens wat voor bevoorrechte positie je eigenlijk hebt. Ik wil dat niet vergeten en er volop van genieten!”
Aan het woord is Maikel Kieftenbeld. Hij is vorige week voor een periode van drie jaar gecontracteerd door Go Ahead Eagles. Het moge duidelijk zijn: Een droom die uitkomt voor de 18-jarige Lemelervelder. Niet dat het allemaal vanzelf is gegaan. Hij werd jaren geleden al gescout door FC Twente. “Maar daar kwam ik steeds minder aan spelen toe. De concurrentie was erg groot. Ik ben vorig jaar uitgeleend aan GA Eagles. Daar kon ik meedoen bij de A-jeugd. Ik heb bijna elke wedstrijd gevoetbald. Dat was ideaal. Ja, als voetballer wil je speelminuten maken. Als dat niet bij FC Twente kan, dan maar een niveautje lager.”
Kieftenbeld: “Twente gaf me na het vorige seizoen te kennen dat er geen toekomst voor me was bij de club. Zo’n afwijzing is niet fijn om te horen, maar daarentegen had ik het bij GA Eagles ook prima naar mijn zin. En daar kon ik blijven. Dat was wel even tegenstrijdig. Blij en teleurgesteld tegelijk. Nu hebben ze me zelfs een contract voor de selectie gegeven. Da’s geweldig. Het eerste jaar wil ik vooral erg veel leren. Dan zien we wel weer verder. Ik wil proberen om er alles uit te halen en als de top voor mij GA Eagles is, dan is de top voor mij gewoon GA Eagles…”
Een opleiding volgen doet hij nu even niet. Na het afronden van de Havo volgde hij eventjes een Hbo-opleiding Commerciële Economie aan de Johan Cruijff University in Amsterdam. “Maar dat bleek niks voor mij te zijn.” Later hoopt hij weer een studie op te pakken. “Misschien de Calo (voor toekomstige sportleraren/trainers, red.), maar dat zie ik nog wel. Dit jaar wil ik me op het voetballen storten.” In het veld is hij wel eens driftig, weet hij. “Ik ben vorig jaar tegen aardig wat kaarten aangelopen. Ik moet zeggen dat ik wat dat betreft wat meer gedisciplineerd begin te worden. Dat mag ook wel. Kaarten, daar heb je niks aan.”
Maar een dergelijke beleving hoort bij het fanatisme van topsporters. Niet tegen je verlies kunnen, hoort er ook bij. Maikel weet er alles van. “Ik kan best wel tegen mijn verlies”, zegt hij zelf, maar dat wordt gevolgd door: “Maar dat wil niet zeggen dat ik er geen hekel aan heb. Als ik verloren heb, geeft ik de tegenstander echt wel een hand. Tenminste… Je hebt verliezen en verliezen. Als je eerlijk hebt verloren, dan vind ik het minder erg, maar als het komt door pech of de scheids, wordt het ander verhaal… Vroeger had ik er trouwens meer moeite mee dan nu. Soms moesten mijn ouders me dan uit de put trekken.”
Want zijn ouders begrijpen dat wel, stelt hij. Hij komt immers uit een echte sportfamilie. Zijn vader Joop is trainer van SDOL, zijn moeder Anja was vroeger een fanatieke volleybalster en zijn beide zusjes doen aan volleybal en paardrijden. “Mijn pa en ik hebben het aan tafel heel vaak over voetballen. Dat vindt de rest niet altijd leuk, ha ha! Maar we zijn er gewoon beide erg mee bezig. Soms betrappen we ons er zelf op dat een gesprek weer richting het voetballen gaat. Mijn pa is ook een grote supporter. Hij heeft bijna al mijn wedstrijden gezien. Na afloop bespreek ik de wedstrijd ook met hem.”