“Het geeft een erg goed gevoel als je na een week en meer dan vierduizend kilometer rijden weer thuis bent en veel gezien, gedaan en gepraat hebt.” Dat zegt Tonnie Marsch namens de Stichting Dalfsen helpt Oost Europa. Een delegatie van de gemeente Dalfsen, de vrijwillige brandweer en de stichting is dus weer terug uit het Roemeense Dej, waar zij een brandweerauto en zestienduizend kilo voedsel achterlieten.
Het eerste transport van de stichting vond vlak na Pasen plaats. Naast het voedsel en de tankspuitauto van de brandweer ging ook de bus van de stichting afgeladen mee naar Dej. Die zat vol met kleding, rolstoelen, rollators en speelgoed. Natuurlijk ging er ook een busje mee om iedereen weer thuis te brengen, de zes brandweerlieden uit Dalfsen en Nieuwleusen reisden immers met de brandweerauto heen.
“Ons doel als stichting was om de verdeling van de voedselpakketten mede te begeleiden”, zo stelt Marsch. “Verder zijn we in gesprek geweest met de gemeente voor mogelijke hulp in de nabije toekomst. Ook hebben we naar verschillende dorpjes kleding gebracht. Bij twee dorpen konden we niet komen, omdat men daar met de weg bezig was. Daarom is het even opgeslagen bij de Pastor in Catcau. Speelgoed, afkomstig van kindje wiegen met kerstmis uit de kerken van Lemelerveld en Ommen heb ik bij kindercrèches en schooltjes afgegeven.”
Het was voor de Stichting Dalfsen helpt Oost Europa een nuttig eerste transport richting Roemenië, waarbij dus al veel is gedaan en gepraat. Dit jaar volgen er nog meerdere transporten richting Oost Europa, temeer omdat er nog extra kleding die kant op moet worden gebracht. Dat is blijven staan doordat er tijdens dit transport ook schoolmeubelen zijn vervoerd, waardoor sommige kleding niet bij in de bus paste.