Een door GB, SP en Lokaal Alternatief ingediende motie, waarin de Raalter raad het ministerie van VROM en de Tweede Kamer oproept de vergunning voor een proefveld met genmaïs bij Heino in te trekken, heeft gisteravond geen meerderheid gehaald. Alleen CDA-fractievoorzitter Henk Robben steunde de ingediende motie van de oppositiepartijen. De overige CDA’ers en de PvdA en VVD stemden tegen de motie.
De CDA-raadsleden Frans Wichink Kruit en Jan Oostewechel plaatsten gisteren (dus voor de raadsvergadering) op de website van de partij hun visie al op het onderwerp. Wichink Kruit ziet geen enkel bezwaar in de komst van een proefveld voor maïs, waarvan de genen zo zijn aangepast dat ze een dodelijk gif Roundup kunnen overleven. Zijn collega-raadslid Jan Oostewechel is er nog niet helemaal uit.
Frans Wichink Kruit is voor genmaïs. “De Commissie Genetische Modificatie [COGEM] oordeelt dat de risico’s voor mens en milieu bij teelt van de maïslijn verwaarloosbaar klein zijn. Vooralsnog hou ik het erop dat commotie vooral een politieke lading heeft. Door de ontwikkeling te boycotten kan de kennis niet worden gedeeld. Ik acht het van groot belang dat Nederlandse laboratoria betrokken blijven bij ontwikkelingen, ook door eigen onderzoek.”
Oostewechel is zo zeker nog niet. Hij wil eerst meer argumenten voorbij zien komen. De vragen die hij nog heeft: Is gentechnologie duurzaam en rentmeester-proof? Is gentechnologie (of delen hiervan) ethisch verantwoord? Wordt de wereld beter door deze technologie in al zijn aspecten? Zijn er goede alternatieven, zoals bijvoorbeeld de biologische landbouw of plantenveredeling? Op de CDA-site is Oostewechel ook al op weg naar de antwoorden.
”Persoonlijk ben ik als leek in deze materie geen tegenstander van gentechnologie voor planten, maar wel ben ik zeer kritisch op basis van argumenten. Uiteindelijk hoop ik dat wij in relatie met de bovenstaande vier punten met de samenleving tot een maatschappelijke verantwoorde keuze kunnen komen die op draagvlak kan rekenen van de bevolking.”
“Om dit alles te onderzoeken moeten wij de wetenschap de kans geven vooral objectieve proeven te kunnen doen onder bepaalde voorwaarden. Nederland is een land met ambitie dat kennis en innovatieve techniek hoog in het vaandel heeft. In de reguliere en biologische landbouw heeft Nederland in de hele wereld een uitstekende en betrouwbare naam.” Samengevat: Oostewechel vindt ook dat het proefveld er moet komen, om proeven mogelijk te maken.